Hoogte-/diepteopties
Druk op de d knop M z (locatiegegevensopties) menupictogram M
Hoogte-/diepteopties M k knop
Optie
Hoogte-/
dieptemeter
Hoogte-/
dieptecorrectie
Hoogte-/diepte-
eenhed.
B
Opmerkingen over hoogte-/diepteopties
Om de hoogte of waterdiepte te corrigeren met Locatiegeg. gebruiken onder
Hoogte-/dieptecorrectie, moet Locatiegeg. opnemen onder Optiesmenu
locatiegeg. van het optiesmenu locatiegegevens worden ingesteld op Aan en
moet ook de positiebepaling zijn uitgevoerd op basis van de ontvangen signalen
vanaf vier of meer satellieten (A80).
Stel in of de hoogtemeter of dieptemeter wel of niet op
het opnamescherm moet worden weergegeven.
• Standaardinstelling: Aan
De hoogtemeter of waterdieptemeter wordt
gecompenseerd.
Locatiegeg. gebruiken: De hoogte wordt
gecompenseerd met behulp van de functie
Locatiegegevens opnemen.
• Als een bevestigingsvenster wordt weergegeven,
kiest u Ja en drukt u op de k knop. De hoogte
wordt gecompenseerd met de weergegeven
waarde.
• De gegevens worden niet onderwater
gecompenseerd.
Handmatig corrigeren: Voer de hoogte of waterdiepte
in om de gegevens te compenseren.
• Gebruik de multi-selector HI om de waarde te
wijzigen en gebruik de multi-selector JK om de
invoerpositie van de cijfers te wijzigen.
• Als de cursor op het meest rechtse cijfer
gepositioneerd is, drukt u op de k knop om deze
waarde in te stellen.
Herstel: De compensatie die is ingesteld met
Locatiegeg. gebruiken of Handmatig corrigeren
wordt geannuleerd.
• Als een compensatieannuleringsvenster wordt
weergegeven, kiest u Ja en drukt u op de k knop.
De gecompenseerde waarde wordt geannuleerd.
Stel de eenheid voor afstand voor de weergave van hoogte
of waterdiepte in op "m (meter)" (standaardinstelling) of "ft
(voet)."
Beschrijving
E91