Opmerkingen over de gebruikstemperatuur,
luchtvochtigheid en condensvorming
De werking van deze camera is getest bij temperaturen tussen –10 °C tot +40 °C.
Als u de camera in koude gebieden gebruikt, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen. Bewaar de camera en de reservebatterijen voor
gebruik op een warme plaats.
• De werking van de batterijen (het aantal foto's en de opnameduur) kan
tijdelijk minder worden.
• Als de camera zeer koud is, kan de werking tijdelijk minder worden. De
monitor kan bijvoorbeeld donkerder zijn dan normaal direct na het
aanzetten van de camera of er kunnen schaduwbeelden te zien zijn.
• Als er sneeuwvlokken of waterdruppels aan de buitenkant van de camera
zitten, moet u ze meteen wegvegen.
- Als de knoppen of schakelaars bevroren zijn, werken ze niet soepel.
- Als de openingen in de microfoon of luidsprekers verstopt zitten met
waterdruppels, kan het geluid verslechteren of vervormd raken.
b Omgevingsfactoren zoals temperatuur en
luchtvochtigheid kunnen condensvorming aan
de binnenkant van de monitor of het objectief
veroorzaken. Dit is geen defect of storing van
de camera.
b Omgevingsfactoren die condensvorming in
de camera kunnen veroorzaken
Er kan condensvorming optreden aan de binnenkant van de monitor of het
objectief onder de volgende omgevingsomstandigheden met sterke
temperatuurwisselingen of hoge luchtvochtigheid:
• Als de camera plotseling ondergedompeld wordt in water met een lage
temperatuur, vergeleken met de temperatuur boven water.
• Als de camera zich opeens op een warme plaats bevindt, bijv. als de camera
bij koude temperaturen buiten in een warm gebouw wordt gebracht.
• Als het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf wordt geopend of gesloten
in een omgeving met hoge luchtvochtigheid.
b Condens verwijderen
• Open het deksel van het batterijvak/de kaartsleuf nadat de camera is
uitgezet op een plaats waar de omgevingstemperatuur stabiel is (vermijd
plaatsen met een hoge temperatuur/hoge luchtvochtigheid, zand of stof).
Verwijder de batterij en de geheugenkaart en laat het deksel van het
batterijvak/de kaartsleuf van de camera openstaan, zodat de condens kan
wegtrekken doordat de camera zich aanpast aan de omgevingstemperatuur.
• Als de condens niet verdwijnt, moet u contact opnemen met uw dealer of
een door Nikon erkende servicedienst.
xvi