Instelpunten :
Het gasdebiet bij laagvuur wordt gecontroleerd
door de by-pass instelling.
Het gasdebiet varieert in functie van de
aanwezige
druk,
hoofddrukregelaar en begrensd tot de maximum
instelwaarde.
5. Het afstellen van de gasdrukregelaar MR 212 :
Plaats een manometer op de testnippel van de
gasstraat.
Vooraleer aanpassingen uit te voeren is het
belangrijk dat U de nodige tijd ter stabilisatie van
de gasdrukken in acht neemt.
Afregelen maximum branderdruk :
1. Schakel de elektrische aansluiting naar klem 4
(type A 1014) of naar klem 3 (type A 1044)
af (bij toepassing van een ander modulerend
systeem, raadpleeg het bijhorend elektrisch
schema). Controleer dat de modulatiespoel
volledig open blijft tussen 15 en 20V
(resulteert in een continu hoogvuur).
2. Verwijder afschermkap (fig. 9, A)
3. Verstel
m.b.v.
regelschroef
(in
branderdruk, in tegenwijzerzin verlaagt de
branderdruk).
4. Herstel de elektrische aansluiting naar de
respectievelijke klemmen.
Afregelen minimum branderdruk :
1. Schakel de elektrische aansluiting naar de
modulatiespoel MR 212 af (resulteert in een
continu laagvuur).
2. Verwijder afschermkap (B), draai blokkeervijs
(C) los en verstel de regelschroef (D) (in
wijzerzin
verhoogt
tegenwijzerzin verlaagt de branderdruk).
3. Schroef vijs opnieuw vast (C) en herstel de
elektrische aansluiting.
9. Branderdruk op DFMA toestellen
1. De branderdruk bij DFMA-toestellen van het A-
type wordt beïnvloed door de statische
negatieve druk van de lucht die doorheen het
toestel circuleert.
aanzuiging ter hoogte van de brander-
inspuitstukken. Het calorisch vermogen hangt
bijgevolg af van de druk die men afleest op de
manometer, terwijl dat de luchtventilator in
werking is op een vooraf ingestelde regeling.
De afgelezen waarde stemt overeen met de
totale gasdruk en is de som van de
aangewende negatieve druk en de positieve
gasdruk ingesteld op de vereiste waarde (vb.
op hoogvuur).
Bij minimum afstelling zal de gasdruk op de
gecontroleerd
door
de
schroefsleutel
wijzerzin
verhoogt
de
branderdruk,
Dit veroorzaakt een
gasstraat een negatieve waarde tonen.
2. Controle van de brandergasdruk :
1) Schroef de meetnippelvijzen los - sluit de
manometer tegelijkertijd aan op de meetnippel
van
verbrandingskamer & op de meetnippel van
de brandergasdruk. Zo kan men de totale
gasbranderdruk aflezen.
2) Na het beëindigen van de test, verwijder
de manometer en schroef de meetnippelvijzen
opnieuw behoorlijk vast.
3. Het is uitermate belangrijk dat het bijhorend
testrapport zorgvuldig ingevuld wordt !
Alle testgegevens dienen op het formulier
vermeld te worden.
de
de
in
de
omgevingsdruk
in
de
17