Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

7. Bij het uitwerken van het elektrisch circuit moet
men ook rekening houden met de elementen die
aan de werking van de brander dienen te worden
gekoppeld (afzuigventilatoren, luchtkleppen, ...).
8. Controleer bij BC-modules dat eventuele motoren
&
regelorganen,
beantwoorden aan de voorgeschreven richtlijnen
(zoals vermeld in paragraaf 4.1).
1. Het toestel wordt, vóór het verlaten van de
fabriek, volledig op zijn goede werking getest.
Indien de installatie conform deze instructies
wordt uitgevoerd, kan het toestel in bedrijf
worden gesteld.
2. Vooraleer we het toestel in werking stellen is het
noodzakelijk om volgende punten op correcte
werking te controleren :
-
de elektrische aardingscontinuïteit
-
de aardingsisolatieweerstand
-
correcte netaansluiting van fase/nul/aarde
-
spanning/gassoort
kenplaatje
-
gastoevoerdruk
-
de behoorlijke en regelmatige werking van de
ontsteking
-
de draairichting van de ventilator
-
de ombuigingshoek van de schoepen aan de
uitblaasmonden mag niet meer dan 45°
bedragen
3. Controleer
bovendien
vermogen van de motor en het rendement van de
ventilator correct zijn en overeenstemmen met de
gegevens vermeld op het kenplaatje van het
toestel.
Afwijkingen op het oorspronkelijk ingestelde
luchtdebiet kunnen leiden tot een minder
gunstige prestatie van de brander.
Nieuwe instellingen moeten uitgevoerd worden
volgens de instructies beschreven in punt 4 van
deze paragraaf.
4. Instellen afregelingen :
- Plaats externe regelapparatuur op stand UIT
(of op laagste stand).
- Sluit de gaskraan.
- Schakel
de
elektrische
Vergrendel de veiligheidsschakelaar van het
toestel.
- Open de servicedeur en indien nodig verwijder
de afschermroosters.
- Maak de gewenste instellingen.
- Na het instellen, plaats altijd eerst de
14
geleverd
door
derden,

9. INBEDRIJFSTELLING

&
-druk
conform
of
het
opgenomen
spanning
uit.
Aandacht :
Bij continue werking van DFMA toestellen dient er in
het externe controlesysteem een tijdschakelaar of
klok te worden ingebouwd met als doel de werking
van het toestel ten minste éénmaal om de 24h
kortstondig te onderbreken.
Hierdoor bekomt men een controle op de goede
werking van de ventilatievoorzieningen.
beschermingen terug voordat de elektrische
spanning wordt ingeschakeld. Overtuig U er ook
van dat alle servicedeuren correct werden
teruggeplaatst.
Noteer elke wijziging aan de oorspronkelijke
instelwaarde op het hierbijgevoegde testrapport.
Het toerental kan gemeten worden d.m.v. een
infra-rood tachometer of een stroboscoop.
Het toerental van de ventilator kan worden
ingesteld d.m.v. de riemschijf op de motoras.
- Verwijder eerst de V-riem.
- De fixeerschijf met een inbussleutel losdraaien
(zie fig. 7). Door de afstand tussen de twee
schijfhelften te vergroten wordt het toerental
van de ventilator verminderd.
- Eén omwenteling van de riemschijf van de
motor komt overeen met ± 8% verandering
van het toerental van de ventilator.
- Na
instelling,
inbussleutel goed vastdraaien op het platte
gedeelte van de riemschijf (zie fig. 7).
Figuur 7 : Instellen ventilatorsnelheid
de
borgschroef
met
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dfma 10 seriesDfma 18 seriesDfma bc seriesDfma-5 series

Inhoudsopgave