OPTIMUM 8 - OPTIMUM 1931 E
D
- Gebruiksaanwijzingen
1 - Gebruik
Gebruiksaanwijzingen
1.1 -
I
NLEIDING
Enkel opgeleid en geautoriseerd personeel mag de mand gebruiken.
Voor gebruik :
• Lees, begrijp en volg alle instructies en veiligheidsvoorschriften in deze handleiding en op
de lift.
• Lees, begrijp en volg alle lokale wetgevingen die van toepassing zijn.
• Maak kennis met het juiste gebruik van alle controle en noodststemen.
1.2 -
W
ERKING VAN DE BEDIENINGSPOST BENEDEN
• Het in- en uitschakelen van de machine gebeurt met een schakelaar met sleutel (92).
• Het activeren van een bedieningspost gebeurt door de schakelaar voor het activeren van de
bedieningspost ( 92 ) in de gewenste stand te zetten.
• De bedieningspost beneden is enkel ingeschakeld en actief wanneer :
• De noodstopknop van de bedieningspost beneden niet ingedrukt is.
• De machine is ingeschakeld.
• De bedieningspost beneden is geselecteerd.
• Er is een noodstopknop aanwezig op elke bedieningspaneel, het indrukken van deze knop
stopt alle bewegingen.
O
.:W
PM
MACHINE NIET ONDERBROKEN
• Een activeringssysteem ( 9 ) moet geactiveerd worden en blijven om een of meerdere
bewegingen uit te voeren. Wanneer het activeringssysteem gebruikt wordt
(schakelaar ( 9 )), dan wordt deze geannuleerd indien deze meer dan 8 s actief is zonder
activatie van een of meerdere bewegingen.
• Wanneer de activeringsbediening losgelaten wordt tijdens het uitvoeren van bewegingen,
worden alle bewegingen gestopt. Het stoppen van bewegingen is progressief. Als het
activeringsbediening opnieuw ingedrukt wordt, start de beweging niet opnieuw. Deze kan
pas hernomen worden nadat de besturing in neutraal gezet wordt.
• Alle schakelaars en bedieningsknuppels waarmee een beweging uitgevoerd kan worden,
komen automatisch in neutrale stand wanneer ze losgelaten worden.
• De bedieningspost beneden is zo vervaardigd voor onderhoudshandelingen, enkel in geval
van noodhulp. Naar verwijzen
4001070310
ANNEER EEN NOODSTOPKNOP INGEDRUKT WORDT
.
E 06 .21
,
WORDT DE HOOFDVOEDING VAN DE
Hoofdstuk D 4.2 Een bediening in de gondel opslaan.
NL
61
A
B
C
D
E
F
G
H
I