De printer op dezelfde telefoonlijn instellen als een computer met twee telefoonpoorten
1.
Verwijder de witte plug van de 2-EXT-poort achter op de printer.
2.
Zoek het telefoonsnoer dat vanaf de achterzijde van de computer (de computerinbelmodem) is
aangesloten op een telefoonaansluiting. Koppel het snoer los van de telefoonaansluiting en sluit het
uiteinde aan op de 2-EXT-poort aan de achterkant van de printer.
3.
Sluit een telefoon aan op de telefoonuitgang achter op het computermodem.
4.
Sluit het ene uiteinde van het telefoonsnoer aan op uw telefoonaansluiting en sluit vervolgens het
andere einde op de poort 1-LINE aan de achterkant van de printer.
OPMERKING:
bevestigd.
5.
Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de computer,
moet u die instelling uitschakelen.
OPMERKING:
uw modem, kan de printer geen faxen ontvangen.
6.
Schakel de instelling Automatisch antwoorden uit.
7.
Voer een faxtest uit.
U moet zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te accepteren, anders kan de printer geen
faxen ontvangen.
Als u problemen heeft met het installeren van extra apparatuur op de printer, neem dan contact op met uw
lokale serviceprovider of verkoper voor hulp.
Faxinstallatietesten
U kunt uw faxinstallatie testen om de status van de printer te controleren en om na te gaan of de instellingen
juist zijn om te kunnen faxen. Voer deze test uit nadat u de printer hebt ingesteld voor faxen. De test
controleert het volgende:
Test de faxhardware
●
Controleert of het juiste type telefoonsnoer is aangesloten op de printer
●
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten
●
Aanwezigheid van een kiestoon
●
Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn
●
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
●
De printer drukt een rapport af met de testresultaten. Als de test is mislukt, bekijkt u het rapport voor
informatie over het oplossen van het probleem en voert u de test opnieuw uit.
De faxinstellingen testen via het bedieningspaneel van de printer
1.
Stel de printer in op faxen volgens uw specifieke installatie-instructies voor thuis of op kantoor.
2.
Zorg ervoor dat de cartridges zijn geïnstalleerd en dat er papier van normaal formaat in de invoerlade is
geplaatst voor u met de test begint.
3.
Raak op het bedieningspaneel van de printer vanuit het Startscherm
NLWW
De telefoonkabel moet mogelijk aan de land- of regiospecifieke adapter worden
Als u de instelling voor automatische faxontvangst niet uitschakelt in de software van
( Fax ) aan .
Bijkomende faxinstallatie
79