1. Voorfilter
Belangrijk:
Probeer nooit een
veiligheidsfilter te reinigen
54). Plaats steeds een nieuw veiligheidsfilter
als het voorfilter 3 onderhoudsbeurten heeft
gehad.
1. Veiligheidsfilter
6.
Reinig de opening van de vuiluitlaat in het
afneembare deksel.
7.
Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel,
maak de holte schoon en plaats de uitlaatklep.
8.
Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
naar beneden gericht, in een stand tussen
ongeveer 5 tot 7 uur gezien vanaf het uiteinde.
9.
Stel de indicator
rood is.
Motorolie verversen en
filter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
1.
Plaats de machine op een horizontaal oppervlak,
laat de maai-eenheden zakken, stel de
parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje.
Figuur 53
(Figuur
Figuur 54
(Figuur
51) opnieuw in als deze
2.
Verwijder de aftapplug
in een opvangbak lopen.
g011504
1. Aftapplug
3.
Plaats de aftapplug wanneer de olie stopt.
4.
Verwijder het oliefilter
g011505
1. Oliefilter
5.
Smeer een dun laagje schone olie op de nieuwe
filterpakking voordat u deze plaatst.
Opmerking:
6.
Het carter met olie vullen, zie
controleren (bladz.
46
(Figuur
55) en laat de olie
Figuur 55
(Figuur
56).
Figuur 56
Draai het filter niet te vast.
Het motoroliepeil
29).
g009713
g008807