Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

6−4. Helpcodes Bij Diagnose - Miller FieldPro Smart Feeder Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

6−4. Helpcodes bij diagnose
Displaycode
CbL Err
PoL Err
H1
H2
H3
H4
H5
H8
H12
H13
H14
H15
H23
H24
H25
H40
H42
H1
Voorbeeld van display
Probleem
Kabelfout
Fout in polariteit
Storing stroomopnamesensor
Breuk of kortsluiting in thermistor
Te hoge temperatuur in secundaire
stroomkring 1
Te hoge temperatuur in secundaire
stroomkring 2
Te hoge temperatuur in secundaire
stroomkring 3
Te hoge uitgangsspanning
Busspanning laag
Spanningsdetectie
Bus-spanning hoog
Bus-spanning laag tijdens het lassen
Geen actieve storing
Onbekende storing
Limiet inschakelduur overschreden
Fout in de tachometer op de motor
Motorfout op de motor
Beschrijving
De gelegde kabels tussen de lasstroombron en de Smart Feeder
voorkomt een goede werking. Haal de werkstuk- en laskabels uit de
knoop. Leg de kabels recht en dicht bij elkaar. Kabels die eerst recht
en vlak bij elkaar zijn neergelegd, kunnen daarna worden gebundeld.
Geeft de verkeerde polariteit aan. Schakel de lasstroombron uit. Zorg
dat de werkstuk- en laskabels goed zijn aangesloten. (Zie hoofdstuk
4−2 en 4−8 voor aansluitingsinstructies.)
Dit wijst erop dat de stroomsensor niet goed werkt. Wanneer deze
code wordt weergegeven, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde
door de fabrikant erkende serviceagent.
Dit geeft aan dat de stroomkringen voor de hittebeveiliging niet goed
werkt. Als deze code wordt weergegeven, neem dan contact op met
de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Dit geeft aan dat de draadaanvoerunit oververhit is geraakt. Het
apparaat heeft zichzelf uitgeschakeld zodat de ventilatoren de
temperatuur kunnen verlagen. Het apparaat schakelt weer in zodra
deze weer binnen het normale temperatuurbereik valt.
Dit geeft aan dat de draadaanvoerunit oververhit is geraakt. Het appa-
raat heeft zichzelf uitgeschakeld zodat de ventilatoren de temperatuur
kunnen verlagen. Het apparaat schakelt weer in zodra deze weer
binnen het normale temperatuurbereik valt.
Dit geeft aan dat de draadaanvoerunit oververhit is geraakt. Het
apparaat heeft zichzelf uitgeschakeld zodat de ventilatoren de
temperatuur kunnen verlagen. Het apparaat schakelt weer in zodra
deze weer binnen het normale temperatuurbereik valt.
Dit geeft aan dat de secundaire voedingsstroomkring niet goed werkt.
Als deze code wordt weergegeven, neem dan contact op met de
dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende serviceagent.
Geeft aan dat de bus-condensator niet goed werkt. Als deze code
wordt weergegeven, neem contact op met de dichtstbijzijnde door de
fabriek erkende serviceagent.
Geeft aan dat de spanningsdetectie niet goed werkt. Als deze code
wordt weergegeven, neem contact op met de dichtstbijzijnde door de
fabriek erkende serviceagent.
Geeft een te hoge bus-spanning aan. Als deze code wordt
weergegeven, neem contact op met de dichtstbijzijnde door de fabriek
erkende serviceagent.
Geeft een te lage bus-spanning aan. Als deze code wordt
weergegeven, neem contact op met de dichtstbijzijnde door de fabriek
erkende serviceagent.
N/A
N/A
Geeft aan dat de limiet voor de inschakelduur is overschreden. De
uitgangsspanning valt af en de koelventilator draait. Wacht ongeveer
15 minuten om de eenheid af te laten koelen. Verlaag de
stroomsterkte, spanning, draadaanvoersnelheid of inschakelduur
voordat u de eenheid opnieuw start.
Er is een fout opgetreden bij de tachometer op de motor. Controleer
het aandrijfhuis en de draadpoel van de draadaanvoerunit op blokka-
des. Wanneer deze code steeds op het display wordt weergegeven,
neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door de fabrikant erkende
serviceagent.
Er is een fout opgetreden bij de motor. Controleer het aandrijfhuis en
de draadspoel op blokkades. Als deze code nog steeds op het display
wordt weergegeven, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde door
de fabrikant erkende serviceagent.
OM−264 234 Pagina 27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

301177

Inhoudsopgave