4−8. Aansluitingen op het achterpaneel van de draadaanvoerunit
s
!
Schakel de stroombron uit en
ontkoppel de werkstukkabel en de
elektrodekabel van de
draadaanvoerunit.
1
Inbouwbuskoppeling werkstukklem
Duw
de
penkoppeling
werkstukkabel in de buskoppeling op de
draadaanvoerunit en draai deze 1/4 slag
rechtsom.
2
Werkstukkabel vanaf
inbouwpenkoppeling stroombron
1
2
Druk
de
werkstukkabel over de penkoppeling op de
draadaanvoerunit heen en draai deze een
1/4 slag rechtsom.
3
Elektrodekabel vanaf
van
de
inbouwpenkoppeling stroombron
Druk
de
elektrodekabel over de penkoppeling op de
draadaanvoerunit heen en draai hem een
1/4 slag rechtsom.
3
4
buskoppeling
van
de
buskoppeling
van
de
4
Fitting beschermgas
Sluit de fitting op het uiteinde van de
beschermgasslang aan op de fitting op de
draadaanvoerunit.
.
Deze draadaanvoerunit heeft een
optioneel
beschermgasfilter
speciale aandacht nodig heeft bij het
reinigen. Zie hoofdstuk 6−2 voor de
juiste reinigingsinstructies.
OM−264 234 Pagina 15
262 535−B
dat