5−1. Bedieningsfuncties (vervolg)
12.
SAVE toets voor de geheugenkaart
Druk op deze toets om de machineconfiguratie van de geheugenpoort op te slaan. Het lampje BUSY voor de geheugenkaart gaat branden onder de
volgende omstandigheden: opslag/oproepen van gebruikersinstellingen, gebruik van aangepast lasproces van type MIG en firmware-upgrades. De
tekst MEMORY CARD gaat branden als de gegevens van een aangepast proces van het type MIG of TIG momenteel worden gebruikt vanaf de
geheugenkaart.
13.
LOAD toets voor de geheugenkaart
Druk op deze toets om een eerder opgeslagen configuratiebestand van de geheugenkaart in de geheugenpoort te laden. Zo kunt u eerder opgeslagen
gebruikersinstellingen op de kaart naar geheugenlocaties 1−4 kopiëren. Het lampje BUSY gaat branden om aan te geven dat het apparaat bezig met
laden.
14.
Keuzetoets draadsoort en controlelampje
Druk op deze toets om het gewenste type draad te kiezen: CARBON (koolstof), CARBON METAL CORE (koolstof met metaalkern) of STAINLESS
(roestvast staal). De tekst gaat branden om de gekozen soort lasdraad aan te geven. Deze keuze is vereist voor alle MIG-processen behalve FCAW.
15.
Keuzetoets gas-soort en controlelampje
Druk op deze toets om het gewenste beschermgas te selecteren. Met de toets doorloopt u alleen de beschikbare gaskeuzen in één bepaalde kolom
van de gastabel op basis van het gekozen MIG-proces en draadtype (WIRE TYPE) en draaddiameter (WIRE DIAMETER). De tekst gaat branden als
er een MIG-proces is geselecteerd, behalve bij FCAW.
16.
Keuzetoets draaddiameter en controlelampje
Druk op deze toets om de diameter van de draad voor het geselecteerde MIG-proces te selecteren. U kunt kiezen uit 0.035 in (0,9 mm), 0.040 in
(1,0 mm) en 0.045 in (1,2 mm). De tekst WIRE DIAMETER gaat branden om de geselecteerde draaddiameter aan te geven.
17.
Controlelampje geheugenkaart
De tekst van de geheugenkaart gaat branden als er gegevens van een aangepast MIG-proces worden gebruikt.
18.
Controlelampje BUSY voor de geheugenkaart
Het lampje BUSY voor de geheugenkaart gaat in de volgende situaties branden: bij opslaan/oproepen van gebruikersinstellingen, bij gebruik van
gegevens van een aangepast MIG-lasproces en tijdens firmware-upgrades.
Aantekeningen
OM−264 234 Pagina 20