Onderhouden remmen
De parkeerrem afstellen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsu-
ren—Controleer de afstelling van de
parkeerrem.
1.
Draai de stelschroef los waarmee de knop is
bevestigd aan de parkeerremhendel
Figuur 59
1. Knop
2. Stelschroef
2.
Draai de knop vast met een torsie van 41 tot
68 N·m om de hendel in werking te stellen.
3.
Draai de stelschroef vast.
(Figuur
59).
g031637
3. Parkeerremhendel
Onderhoud riemen
Onderhoud van de riemen
van de motor
Onderhoudsinterval: Na de eerste 10
bedrijfsuren—De conditie en
de spanning van alle riemen
controleren.
Om de 100 bedrijfsuren—De conditie en de
spanning van alle riemen controleren.
Riemspanning van de
wisselstroomdynamo controleren.
1.
Open de motorkap.
2.
Druk met een kracht van 30 N halverwege
tussen de poelies op de riem
1. Riem van wisselstroomdynamo
3.
Als de riem minder dan 11 mm doorbuigt, voltooi
dan de volgende procedure om de riem te
spannen:
A.
Draai de bout los waarmee de beugel is
bevestigd aan de motor en draai de bout
los waarmee de wisselstroomdynamo is
bevestigd aan de beugel.
B.
Plaats een breekijzer tussen de
wisselstroomdynamo en de motor en
wrik de wisselstroomdynamo los.
C.
Als de juiste spanning is verkregen, draait u
de wisselstroomdynamo en de bouten van
de beugel vast om de afstelling te borgen.
49
(Figuur
60).
Figuur 60
g031638