6
De hefarmen afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Start de motor, breng de maaidekken omhoog
en controleer of de afstand tussen elke hefarm
en de vloerplaatbeugel 5 tot 8 mm bedraagt; zie
Figuur
11.
Figuur 11
Maai-eenheden verwijderd ter verduidelijking
1. Vloerplaatbeugel
2. Speling
Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt,
pas deze dan als volgt aan:
A.
Draai de aanslagbouten los
Figuur 12
1. Aanslagbout
2. Speling
g031571
3. Hefarm
(Figuur
12).
g031572
3. Hefarm
B.
Draai de contramoer op de cilinder los
(Figuur
13).
1. Contramoer
C.
Verwijder de pen uit het uiteinde van de
stang en draai de gaffel.
D.
Plaats de pen en controleer de speling.
Opmerking:
indien nodig.
E.
Draai de contramoer van de gaffelpen vast.
2.
Controleer of de speling tussen elke hefarm en
de aanslagbouten 0,13 tot 1,02 mm bedraagt;
zie
Figuur
12.
Opmerking:
bereik bevindt, moet u de aanslagbouten
verstellen om de juiste speling te verkrijgen.
3.
Start de motor, breng de maaidekken omhoog
en controleer of de speling tussen de band aan
de bovenzijde van de slijtbalk op het achterste
maaidek en de bumperband 0,51 tot 2,54 mm
bedraagt; zie
1. Slijtbalk
Als de afstand zich niet in dit bereik bevindt,
pas de achterste cilinder dan als volgt aan:
Opmerking:
het transport rammelt, kunt u de speling
verminderen.
15
Figuur 13
2. Voorste cilinder
Herhaal deze procedure
Als de afstand zich niet in dit
Figuur
14.
Figuur 14
2. Bumperband
Als de achterste hefarm tijdens
g031573
g031574