Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur motor
Het waarschuwingslampje van de koelvloeistoftem-
peratuur gaat branden als de temperatuur van de
koelvloeistof te hoog wordt. Als de temperatuur van
de koelvloeistof nog 10° stijgt, slaat de motor af
(Figuur
22).
Indicatielampje van gloeibougies
Het indicatielampje van de gloeibougie gaat branden
als de gloeibougies in werking zijn
Oliedruklampje
Het oliedruklampje licht op als de motoroliedruk
gevaarlijk laag is
(Figuur
laag is, moet u de motor afzetten en nagaan wat de
oorzaak is. Repareer het oliesysteem van de motor
voordat u de motor weer start.
Hefvergrendelingshendel
Met de hefvergrendelingshendel zet u de
hefschakelaar
(Figuur
-positie, bij het uitvoeren van
MAAIDEK
onderhoudswerkzaamheden aan het maaidek
of bij het rijden tussen werkterreinen.
Schuif voor maaien/transport
Met uw hiel beweegt u de schuif voor maaien/transport
naar links in de transportstand en naar rechts in de
maaistand
(Figuur
21).
Opmerking:
De maaidekken kunnen uitsluitend
worden gebruikt in de maaistand.
Belangrijk:
De maaisnelheid is in de fabriek
afgesteld op 9,7 km per uur. U kunt de
maaisnelheid verhogen of verlagen door de
aanslagschroef van de snelheid te verstellen
(Figuur
24).
Figuur 24
1. Aanslagschroef van de snelheid
(Figuur
22).
22). Als de oliedruk te
22) vast in de
GEHEVEN
Sleuf voor indicator
De indicatorsleuf in het bestuurdersplatform geeft aan
wanneer de maaidekken zich in de centrale stand
bevinden
(Figuur
Gashendel
Zet de hendel naar voren om het motortoerental
te verhogen en naar achteren om het toerental te
verlagen
(Figuur
Schakelaar van maaidekaandrij-
ving
De schakelaar van de maaidekaandrijving heeft
2 standen: I
NSCHAKELEN
tuimelschakelaar bedient een solenoïdeklep op de
kleppenset om de maaidekken aan te drijven
22).
Schakelhendel van maaidek
Om de maaidekken naar de grond te laten zakken,
moet u de schakelhendel van de maaidekken naar
voren bewegen. Om de maaidekken omhoog te
bewegen, trekt u de schakelhendel naar achteren,
naar de stand O
Opmerking:
De maaidekken bewegen pas omlaag
als de motor loopt.
Zet de hendel naar rechts of links om de maaidekken
in dezelfde richting te laten bewegen.
Opmerking:
Doe dit uitsluitend als de maaidekken
omhoog zijn gebracht, of als zij op de grond zijn en de
machine in beweging is.
Opmerking:
te worden gehouden terwijl u de maaidekken laat
zakken.
Lampje van wisselstroomdynamo
Het lampje van de wisselstroomdynamo moet uit zijn
als de motor loopt
Opmerking:
laadsysteem controleren en indien nodig repareren.
g031596
20
21).
22).
en U
ITSCHAKELEN
(Figuur
22).
MHOOG
De hendel hoeft niet in vooruit-stand
(Figuur
22).
Als het lampje brandt, moet u het
. De
(Figuur