Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydraulische Aansluiting En Leidingen; Droogloopbeveiliging (Toebehoren) - Wilo Economy CO-1 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Economy CO-1 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands

7.2.2 Hydraulische aansluiting en leidingen

• Bij aansluiting op het openbare waterleidingnet
dienen de vereisten van het plaatselijke waterbe-
drijf in acht genomen te worden.
• De installatie mag pas aangesloten worden als
eerst alle las- en soldeerwerkzaamheden, de ver-
eiste spoeling en de eventuele desinfectie van het
leidingsysteem en de geleverde installatie uitge-
voerd zijn (zie punt 7.2.3).
• De leidingen ter plaatse dienen absoluut span-
ningsvrij geïnstalleerd te worden. Hiervoor worden
compensatoren met lengtebegrenzers of flexibele
aansluitleidingen aanbevolen om te voorkomen
dat de leidingen gespannen worden en om de
overdracht van trillingen, veroorzaakt door de
installatie, op de gebouweninstallatie te minimali-
seren. De klemmen van de leidingen mogen niet
op het leidingssysteem van de installatie beves-
tigd worden om te voorkomen dat contactgeluid
overgedragen wordt op het bouwlichaam (voor-
beeld, zie fig. 8).
• De stromingsweerstand van de aanzuigleiding
dient zo klein mogelijk gehouden te worden
(d.w.z. korte leiding, weinig bochtstukken, afslui-
tarmaturen die groot genoeg zijn). Anders wordt
de droogloopbeveiliging bij een groot debiet door
de hoge drukverliezen geactiveerd. (Minimaal
noodzakelijke toeloopdruk van de pomp in acht
nemen, drukverliezen en cavitatie voorkomen.)
7.2.3 Hygiëne (TrinkwV 2001)
De ter beschikking gestelde installatie is voldoet
aan de geldende regels van de techniek en in de
fabriek is de goede werking van de installatie
gecontroleerd. Houdt u er rekening meet, dat bij
gebruik voor tapwater het volledige systeem voor
de drinkwatervoorziening in een hygiënisch onbe-
rispelijke staat aan de gebruiker moet worden
overhandigd. Daarvoor dienen ook de plaatselijke
normen in acht te worden genomen. (In Duitsland:
DIN 1988, deel 2 paragraaf 11.2 en de commenta-
ren bij DIN; dit geldt volgens TwVO § 5, para-
graaf 4, "microbiologische vereisten", noodzake-
lijkerwijs voor het spoelen en onder omstandighe-
den ook voor het desinfecteren. Raadpleeg
TwVO § 5 voor de grenswaarden die aangehouden
moeten worden.)
WAARSCHUWING! Vervuild tapwater is een
gevaar voor de gezondheid!
• Het spoelen van de leidingen en de installatie
verkleint het risico op kwaliteitsvermindering
van het tapwater!
• Als de installatie langere tijd stilstaat, dient het
water ververst te worden!
De installatie na de levering zo snel mogelijk op de
montageplaats installeren. Altijd een spoeling uit-
voeren.
Voor een eenvoudige spoeling van de installatie
raden wij aan om aan de verbruikerszijde van de
installatie (bij een membraandrukvat aan de pers-
zijde direct erachter) vóór de volgende afsluitin-
richting een T-stuk te monteren. De aftakking
ervan, voorzien van een afsluitinrichting, dient tij-
10
dens de spoeling voor het leegmaken in het afval-
watersysteem en moet voldoende bemeten zijn
voor het maximale debiet van de pomp (zie ook
schema fig. 7a en 7b). Als een vrije uitloop niet
mogelijk is, dienen bijv. bij de aansluiting van een
slang de uitvoeringen van de DIN 1988 deel 5 in
acht genomen te worden.

7.2.4 Droogloopbeveiliging (toebehoren)

• Droogloopbeveiliging monteren:
• Bij directe aansluiting op het openbare water-
net:
Droogloopbeveiliging (WMS) in een daarvoor
bestemd aansluitpunt in de aanzuigleiding (bij
montage achteraf) of op de aftapaansluiting van
de pomp te draaien en afdichten (fig. 6a). Hier-
voor de extra aansluitset WMS voor CO-1...
gebruiken. De elektrische verbinding in het
regelsysteem dient volgens de inbouw- en
bedieningsvoorschriften en het schakelschema
van het regelsysteem tot stand gebracht te
worden.
• Installaties uit de serie CO/T zijn al seriematig
uitgerust met een vlotterschakelaar voor de
niveaubewaking (fig. 9).
• Bij indirecte aansluiting op een breektank van
Wilo is eveneens seriematig een vlotterschake-
laar voor de niveaubewaking als droogloopbe-
veiliging aangebracht. Hier hoeft slechts nog de
elektrische verbinding met het regelsysteem
volgens de inbouw- en bedieningsvoorschriften
en het schakelschema van het regelsysteem te
worden aangebracht. Hiervoor ook de inbouw-
en bedieningsvoorschriften van de breektank in
acht nemen.
• Bij indirecte aansluiting, d.w.z. voor het bedrijf
met lokaal beschikbare tanks:
vlotterschakelaar zodanig in de tank monteren
dat het schakelsignaal "watergebrek" optreedt
als de dalende waterstand bij ca. 100 mm boven
het aftappunt komt
Alternatief:
3 dompelelektroden in de toevoertank installe-
ren. De plaatsing dient als volgt uitgevoerd te
worden: de eerste elektrode moet als massa-
elektrode net boven de tankbodem worden
geplaatst (moet altijd ondergedompeld zijn),
voor het onderste schakelniveau (watergebrek);
tweede elektrode ca. 100 mm boven de het
aftappunt plaatsen. Voor het bovenste schakel-
niveau (watergebrek opgeheven) derde elek-
trode minimaal 150 mm boven de onderste
elektrode aanbrengen. De elektrische verbin-
ding in het regelsysteem dient volgens de
inbouw- en bedieningsvoorschriften en het
schakelschema van het regelsysteem tot stand
gebracht te worden.
WILO SE 07/2021

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave