2.5 Veiligheidsaanwijzingen voor inspectie- en
montagewerkzaamheden
De gebruiker dient er voor te zorgen dat alle
inspectie- en montagewerkzaamheden worden
uitgevoerd door bevoegd en bekwaam vakperso-
neel, dat door het bestuderen van de gebruiks-
handleiding voldoende geïnformeerd is.
De werkzaamheden aan het product/de installatie
mogen uitsluitend bij stilstand worden uitge-
voerd. De in de inbouw- en bedieningsvoorschrif-
ten beschreven procedure voor het buiten bedrijf
stellen van het product/de installatie moet abso-
luut in acht worden genomen.
2.6 Eigenmachtige ombouw en vervaardiging van
reserveonderdelen
Wijzigingen aan het product zijn alleen toegestaan
na duidelijke afspraken hierover met de fabrikant.
Originele onderdelen en door de fabrikant toege-
stane hulpstukken komen de veiligheid ten goede.
Bij gebruik van andere onderdelen kan de aanspra-
kelijkheid van de fabrikant voor daaruit voort-
vloeiende gevolgen vervallen.
2.7 Ongeoorloofde gebruikswijzen
De bedrijfszekerheid van het geleverde product
kan alleen bij gebruik volgens de voorschriften
conform paragraaf 4 van de inbouw- en bedie-
ningsvoorschriften worden gegarandeerd. De in
de catalogus/het gegevensblad aangegeven
boven- en ondergrenswaarden mogen in geen
geval worden overschreden.
3 Transport en opslag
De installatie wordt geleverd op een pallet, op
transportplanken of in een transportkist en is door
folie beschermd tegen vocht en stof. Houd u aan
de op de verpakking aangebrachte aanwijzingen
voor het transport en de opslag.
VOORZICHTIG! Gevaar voor materiële schade!
Het transport dient met goedgekeurde hijs-
werktuigen uitgevoerd te worden. Let erop dat
deze stevig staan, vooral omdat het zwaarte-
punt zich, vanwege de constructie van de pom-
pen, naar het bovenste gedeelte verplaatst
(topzwaar!). Transportbanden of kabels dienen
aan de beschikbare transportogen vastgemaakt
of om de fundatieplaat heen gelegd te worden.
De leidingen en armaturen zijn niet geschikt
voor belastingen en mogen ook niet als aanslag
voor het transport gebruikt worden.
VOORZICHTIG!
Belastingen van de leidingen tijdens het trans-
port kunnen tot lekkage leiden!
Raadpleeg het meegeleverde opstellingsschema
of de overige documentatie voor de transportma-
ten, gewichten en vereiste invoeropeningen resp.
vrije transportvlakken van de installatie.
VOORZICHTIG!
De installatie dient door middel van geschikte
maatregelen tegen vocht, vorst, hitte en
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Economy CO-1, CO/T-1;-Comfort-Vario COR-1
mechanische beschadigingen beschermd te
worden!
Als bij het uitpakken van de installatie en de mee-
geleverde toebehoren beschadigingen aan de
verpakking worden vastgesteld, die door vallen of
dergelijke kunnen zijn veroorzaakt, installatie en/
of toebehoren zorgvuldige controleren op moge-
lijk gebreken.
Eventueel de leverende onderneming (expeditie-
bedrijf) of de Wilo-klantenservice informeren, ook
wanneer er in eerste instantie geen schade kon
worden vastgesteld.
Na verwijdering van de verpakking moet de instal-
latie conform de beschreven opstellingsvoor-
waarden (zie paragraaf Opstelling/installatie)
worden opgeslagen resp. gemonteerd.
4 Toepassing
Automatisch werkende enkelpomp-drukverho-
gingsinstallaties, in het vervolg aangeduid als
installatie, worden in bedrijfs- en particuliere
omgevingen gebruikt, waar hogere drukwaarden
dan de gebruikelijke netdruk worden gebruikt en
er geen reservepomp nodig is, bijvoorbeeld voor:
• particuliere watervoorzienings- en koelsystemen
• industriële watervoorzienings- en koelsystemen
• bluswatervoorzieningsinstallaties
• irrigatie- en beregeningsinstallaties
• Bij planning en installatie moeten eventueel de
volgende normen en richtlijnen (resp. de lokale
varianten daarvan) in acht worden genomen:
• DIN 1988,
• DIN 2000,
• EU-richtlijn 98/83/EG,
• Drinkwaterverordening (TrinkwV 2001),
• DVGW-richtlijnen.
Er moet op worden gelet, dat de te pompen vloei-
stof het materiaal dat in de installatie wordt
gebruikt noch chemisch noch mechanisch aantast
en geen schurende of langvezelige bestanddelen
bevat.
Het installatietype CO-1.. (fig. 1a en fig. 1b) of
COR-1.. ( fig. 1d tot fig. 1f) kan direct of ook indi-
rect, via een breektank uit het Wilo-programma of
een zelf aan te schaffen breektank aan het open-
bare waternet worden aangesloten.
Het installatietype CO/T... (fig. 1c) wordt geleverd
met een geïntegreerde breektank en is dus reeds
voorbereid voor de indirecte aansluiting op het
openbare watervoorzieningsnet.
Nederlands
5