Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Plaats Van Opstelling; Installatie - Wilo Economy CO-1 Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Economy CO-1 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.5 Leveringsomvang
• Enkelpomp-drukverhogingsinstallatie
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
enkelpomp-drukverhogingsinstallatie
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de pom-
pen
• Inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
regelsysteem
• Testprotocol van de fabriek
• Evt. opstellingsschema
• Evt. elektrisch schakelschema
• Evt. inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
frequentie-omvormer
• Evt. informatieblad over de fabrieksinstelling van
de frequentie-omvormer
• Evt. inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
signaalgever
• Evt. reserveonderdelen
6.6 Toebehoren
Eventuele toebehoren moeten apart besteld wor-
den. De onderdelen van het Wilo-toebehoren zijn
bijv.:
• Open breektank
• Groter membraandrukvat (aan de voordruk- of
perszijde)
• Veiligheidsventiel
• Droogloopbeveiliging:
• Droogloopbeveiliging (WMS) (fig. 6a en 6b) bij
toevoerbedrijf (min. 1,0 bar) (wordt afhankelijk
van de order bedrijfsklaar op de installatie
gemonteerd geleverd)
• Vlotterschakelaar
• Droogloopelelektroden met niveaurelais
• Elektroden voor bedrijf met tank (speciale toe-
behoren op aanvraag)
• Flexibele aansluitleidingen
• Compensatoren
• Draadflens
• Geluidsdempende bekleding (speciale toebehoren
op aanvraag)
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Economy CO-1, CO/T-1;-Comfort-Vario COR-1
7 Opstelling/installatie

7.1 Plaats van opstelling

• De installatie dient in de technische centrale of in
een droge, goed geventileerde, vorstvrije, aparte
en afsluitbare ruimte opgesteld te worden (even-
tueel vereiste in de norm DIN 1988 in acht
nemen).
• De bodem van de opstellingsruimte dient vol-
doende gedraineerd (aansluiting op riool o.i.d.) te
zijn.
• Er mogen geen schadelijke gassen in de ruimte
komen of aanwezig zijn.
• Er dient voor voldoende ruimte bij onderhouds-
werkzaamheden gezorgd te worden. De belang-
rijkste afmetingen vindt u in het meegeleverde
opstellingsschema. De installatie dient van ten
minste twee kanten toegankelijk te zijn.
• Het opstellingsvlak moet horizontaal en vlak zijn.
De ondergrond moet statisch voldoende belast-
baar zijn.
• De installatie is ontworpen voor een maximale
omgevingstemperatuur van +0 °C tot 40 °C bij
een relatieve luchtvochtigheid van 50 %.
• Het is niet raadzaam om de installatie in de buurt
van woon- en slaapruimten op te stellen en te
gebruiken.
• Om geluidsoverdracht via de constructie te voor-
komen en voor de spanningsvrije verbinding met
de voor- en nageschakelde leidingen moeten er
compensatoren met lengtebegrenzers of flexibele
aansluitleidingen worden gebruikt!

7.2 Installatie

7.2.1 Fundatie/ondergrond
Door het bouwtype kan de installatie op een vlak
gebetonneerde bodem opgesteld worden. Door
de lagering van de fundatieplaat op in hoogte ver-
stelbare trillingsdempers is de installatie geïso-
leerd tegen het geluid van het installatielichaam.
AANWIJZING!
Het is mogelijk dat de trillingsdempers om trans-
porttechnische redenen niet gemonteerd zijn bij
de levering. Voor het opstellen van de installatie
ervoor zorgen, dat alle trillingsdempers gemon-
teerd en met behulp van de draadmoer zijn vast-
gezet (zie ook fig. 8).
Als op de plaats van opstelling voor extra bodem-
bevestiging gezorgd wordt, dienen er geschikte
maatregelen voor de geluidsisolatie getroffen te
worden.
Nederlands
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave