Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Wilo Comfort-CO MVI Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften pagina 30

Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
beeld bij aansluiting van een slang, dienen de uit-
voeringen van de DIN 1988 T5 in acht te worden
genomen.
7.2.4 Droogloop-/watergebrekbeveiliging
(toebehoren)
Droogloopbeveiliging monteren
• Bij directe aansluiting op het openbare waternet:
Bij installaties met een frequentieregeling
(COR – CC-FC of CCe) is een montageset met
druksensor aan de toevoerzijde geïnstalleerd die
de voordruk bewaakt en als stroomsignaal door-
geeft aan het regelsysteem. Hier zijn geen verdere
toebehoren noodzakelijk!
Bij installaties zonder frequentieregeling
(CO – CC) moet de montageset droogloopbeveili-
ging (WMS) in de daarvoor bestemde aansluit-
stukken in de aanzuig-verzamelleiding worden
geschroefd en, bij montage achteraf, worden
afgedicht. De elektrische verbinding in het regel-
systeem dient volgens de inbouw- en bedienings-
voorschriften en het schakelschema van het
regelsysteem tot stand te worden gebracht
(Fig. 5a en 5b).
• Bij indirecte aansluiting, d.w.z. voor het bedrijf
met lokaal beschikbare reservoirs:
Vlotterschakelaar zodanig in het reservoir monte-
ren dat het schakelsignaal "watergebrek" optreedt
als de dalende waterstand bij ca. 100 mm boven
het aftappunt komt. Bij het gebruik van breektan-
ken uit het Wilo-assortiment is een vlotterscha-
kelaar geïnstalleerd (Fig. 11 en 12).
• Alternatief: 3 dompelelektroden in de breektank
installeren. De rangschikking dient als volgt te
worden uitgevoerd:
• De eerste elektrode moet als massa-elektrode
net boven de reservoirbodem worden geplaatst
(moet altijd ondergedompeld zijn),
• Plaats de tweede elektrode voor het onderste
schakelniveau (watergebrek) ca. 100 mm boven
het aftappunt.
• Bevestig de derde elektrode voor het bovenste
schakelniveau (watergebrek opgeheven) mini-
maal 150 mm boven de onderste elektrode.
De elektrische verbinding in het regelsysteem
dient volgens de inbouw- en bedieningsvoor-
schriften en het schakelschema van het regelsy-
steem tot stand te worden gebracht.
7.2.5 Membraanexpansievat (toebehoren)
Om transporttechnische en hygiënische redenen
is het mogelijk dat het bij de levering van de
Nominale doorlaat
Aansluiting
3
Max. debiet (m
/h)
Tabel 1
7.2.6 Veiligheidsventiel (toebehoren)
Indien het totaal van de maximaal mogelijke voor-
druk en de maximale pompdruk van de drukverho-
gingsinstallatie hoger is dan de maximaal
16
DN 20
DN 25
DN 32
(Rp ¾")
(Rp 1")
(Rp 1¼")
2,5
4,2
7,2
installatie inbegrepen membraanexpansievat
(8 liter) niet gemonteerd (d.w.z. als extra pakket)
meegeleverd wordt. Membraanexpansievat vóór
de inbedrijfname op het doorstromingsarmatuur
monteren (zie Fig. 2a en 3).
LET OP
Let er hierbij op dat de doorstromingsarmatuur
niet verdraaid wordt. De armaturen zijn juist
gemonteerd, wanneer het aftapventiel (zie ook
Fig. 3, B) en de aangebrachte pijlen voor de stro-
mingsrichting parallel met de verzamelleiding
lopen.
Als een bijkomend groter membraanexpansievat
moet worden geïnstalleerd, moeten de bijbeho-
rende inbouw- en bedieningsvoorschriften in acht
worden genomen. Bij een drinkwaterinstallatie
moet een doorstroomd membraanexpansievat
conform DIN4807 worden gebruikt. Bij mem-
braanexpansievaten moet tevens rekening wor-
den gehouden met voldoende ruimte voor
onderhoudswerkzaamheden of vervanging.
LET OP
Membraanexpansievaten dienen regelmatig con-
form richtlijn 97/23/EG te worden gecontroleerd!
(in Duitsland moet bovendien de wetgeving
inzake bedrijfsveiligheid §§ 15(5) en 17 evenals
bijlage 5 in acht worden genomen)
Voor en achter het reservoir dient voor controles,
inspectie- en onderhoudswerkzaamheden steeds
een afsluitarmatuur in de leiding te worden aan-
gebracht.
Om te voorkomen dat de installatie stil komt te
staan, kunnen voor onderhoudswerkzaamheden
voor en achter het membraanexpansievat aanslui-
tingen voor een bypass worden aangebracht. Een
dergelijke bypass (voorbeelden zie schema Fig. 6
en 7 pos. 33) moet om stagnerend water te voor-
komen na beëindiging van de werkzaamheden
volledig worden verwijderd! Speciale aanwijzingen
voor het onderhoud en de controle vindt u in de
inbouw- en bedieningsvoorschriften van het
betreffende membraanexpansievat.
Bij de dimensionering van het membraanexpan-
sievat moet rekening worden gehouden met de
installatie-omstandigheden en pompgegevens
van de installatie. Let hierbij op voldoende door-
stroming van het membraanexpansievat. Het
maximale debiet van de drukverhogingsinstallatie
mag niet hoger zijn dan het maximaal toegestane
debiet van de membraanexpansievat-aansluiting
(zie tabel 1 resp. de gegevens op het typeplaatje
en de inbouw- en bedieningsvoorschriften van
het reservoir).
DN 50
DN 65
DN 80
Flens
Flens
Flens
15
27
36
toegestane bedrijfsoverdruk van een installatie-
component, moet aan de perszijde een goedge-
keurd veiligheidsventiel worden geïnstalleerd. Het
veiligheidsventiel moet zodanig zijn uitgevoerd
DN 100
Flens
56
WILO SE 09/2021

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave