Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Machine Veilig Gebruiken Op Hellingen; Starten Van De Motor - Toro Reelmaster 7000-D Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Reelmaster 7000-D:
Inhoudsopgave

Advertenties

Machines met een inklapbare rolbeugel
Doe altijd de veiligheidsgordel om als de rolbeugel
omhoog is geklapt.
De rolbeugel is een integrale veiligheidsvoor-
ziening. Houd een inklapbare rolbeugel in de
opgeheven en vergrendelde positie en doe de
veiligheidsgordel om als u de machine gebruikt
met de rolbeugel omhoog.
Klap een inklapbare rolbeugel slechts tijdelijk
omlaag en alleen als dit noodzakelijk is. Doe de
veiligheidsgordel niet om als de rolbeugel omlaag
is geklapt.
Let op: er is geen omkantelbeveiliging als een
inklapbare rolbeugel omlaag is geklapt.
Controleer het gebied dat u gaat maaien en klap
de rolbeugel nooit omlaag op golvend terrein of
gebieden met steile hellingen of waterkanten.
De machine veilig gebruiken op
hellingen
Het maaien op hellingen is een belangrijke factor
bij ongelukken waarbij de controle over de machine
wordt verloren of deze omkantelt. Dit kan ernstig
of dodelijk letsel veroorzaken. De bestuurder is
verantwoordelijk voor een veilig gebruik van de
machine op hellingen. Gebruik van de machine op
hellingen vereist altijd extra voorzichtigheid.
Onderzoek de toestand van het werkgebied om te
bepalen of de machine veilig kan worden gebruikt
op de helling. Gebruik altijd uw gezond verstand
en uw beoordelingsvermogen wanneer u dit
onderzoek uitvoert.
Neem de hieronder genoemde instructies voor
gebruik van de machine op hellingen door en
beoordeel de gebruiksomstandigheden van de
machine om na te gaan of u de machine in de
specifieke situatie op het betreffende terrein kunt
gebruiken. Veranderingen in het terrein kunnen tot
gevolg hebben dat de machine anders reageert
op hellingen.
Vermijd starten, stoppen of bochten maken op
hellingen. Vermijd plotse veranderingen van
snelheid of richting. Draai langzaam en geleidelijk.
Gebruik een machine nooit in omstandigheden
waarbij u twijfelt over tractie, sturen of stabiliteit.
Verwijder of markeer obstakels zoals greppels,
putten, geulen, hobbels, stenen en andere
verborgen gevaren. In hoog gras zijn obstakels
niet altijd zichtbaar. De machine kan omslaan op
oneffenheden in het terrein.
Denk eraan dat de machine tractie kan verliezen
doordat u bergafwaarts, op nat gras of dwars op
een helling maait. Als de aandrijfwielen tractie
verliezen, kunnen ze gaan slippen en kunt u niet
meer remmen of sturen.
Rij zeer voorzichtig als u de machine gebruikt in
de buurt van steile hellingen, greppels, dijken,
waterhindernissen en andere gevaarlijke punten.
De machine kan plotseling omslaan als een wiel
over de rand komt, of als de rand instort. Zorg
voor een veilige afstand tussen de machine en
een gevarenzone.
Spoor gevaren onderaan de helling op. Indien
er gevaren zijn, maait u de helling met een
loopmaaimachine.
Laat de maai-eenheden indien mogelijk neer op
de grond wanneer u de machine op een helling
gebruikt. Als u de maai-eenheden omhoog brengt
op hellingen, kan de machine onstabiel worden.
Wees uiterst voorzichtig met grasopvangsystemen
of andere werktuigen. Deze kunnen de machine
minder stabiel maken, waardoor u de controle
over de machine kunt verliezen.

Starten van de motor

Belangrijk:
Ontlucht het brandstofsysteem in de
volgende gevallen:
De motor is gestopt omdat de brandstof op was.
Er is onderhoud uitgevoerd aan componenten van
het brandstofsysteem.
1.
Haal uw voet van het tractiepedaal en controleer
of het pedaal in de
Opmerking:
werking is gesteld.
2.
Zet de toerentalschakelaar op L
3.
Draai het sleuteltje naar de stand L
Opmerking:
gloeibougie gaat branden.
4.
Als het indicatielampje van de gloeibougie dooft,
draait u het sleuteltje op S
5.
Laat het sleuteltje direct los als de motor start en
laat het weer terugkeren naar D
6.
Stel het toerental af.
Belangrijk:
dan 15 seconden achter elkaar draaien omdat
de startmotor hierdoor vroegtijdig defect kan
raken. Als de motor na 15 seconden nog
niet aangeslagen is, moet u het sleuteltje
op U
draaien, de bedieningsorganen en
IT
de startprocedure opnieuw controleren,
nog eens 15 seconden wachten en de
startprocedure herhalen.
Als de temperatuur beneden -7 °C is, kunt u de
startmotor 30 seconden laten draaien. Daarna
moet u de startmotor 60 seconden afzetten
voordat u een tweede startpoging onderneemt.
31
staat.
NEUTRAALSTAND
Zorg dat de parkeerrem in
AAG STATIONAIR
OPEN
Het indicatielampje van de
.
TART
RAAIEN
Laat de startmotor niet langer
.
.
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

0378103781te

Inhoudsopgave