Figuur 18
1. Lynchpen en onderlegring van de as van het draaipunt van
de hefarm
B.
Plaats het juk van de hefarm op de as van
het draagframe
C.
Steek de as van de hefarm in de hefarm en
zet deze vast met de ring en de lynchpen
(Figuur
18).
14.
Bevestig de ketting van de hefarm aan de
kettingbeugel met de borgpen
Opmerking:
Gebruik het aantal
kettingschakels volgens de instructies in
de Gebruikershandleiding van het maaidek.
Figuur 19
1. Ketting van hefarm
2. Kettingbeugel
15.
Smeer schoon vet op de sleufas van de motor
van de messenkooi.
16.
Smeer olie op de O-ring van de motor van de
messenkooi en plaats deze op de flens van de
motor.
17.
Plaats de motor door deze rechtsom te draaien
zodat de flenzen van motor loskomen van de
bouten
(Figuur
20).
(Figuur
16).
(Figuur
19).
3. Borgpen
g003979
1. Aandrijfmotor van
messenkooi
18.
Draai de motor linksom tot de flenzen de bouten
omsluiten en draai dan de bouten vast.
Belangrijk:
van de motor van de messenkooi niet zijn
verdraaid, geknikt of het risico lopen te
worden afgekneld.
4
De gazoncompensatieveer
g003948
afstellen
Geen onderdelen vereist
Procedure
De gazoncompensatieveer
dat het gewicht van de voorste naar de achterste rol
wordt verplaatst. Dit voorkomt dat er een golfpatroon
in de grasmat ontstaat, ook wel bekend als 'bobbing'.
Belangrijk:
Stel de veer af als de maai-eenheid is
gemonteerd aan de tractie-eenheid, als ze recht
naar voren staat en als ze is neergelaten op de
vloer van de werkplaats.
1.
Monteer de borgpen in de achterste opening in
de veerstang
Opmerking:
beweegt u de borgpen naar de opening van de
veerstang naast de gazoncompensatieveer.
18
Figuur 20
2. Montagebouten
Controleer of de slangen
(Figuur
21) zorgt ervoor
(Figuur
21).
Bij onderhoud van het maaidek
g004127