9.1
Specialistisch onderhoud
Onderhoudswerkzaamheden en reparaties aan onderstaande delen moeten door een
gekwalificeerde, door Berg Hortimotive erkende vakman, uitgevoerd worden:
- Werkzaamheden aan elektrische componenten/ bedrading, (excl. uitwisselen
voetpedaal)
- Alle werkzaamheden aan het hydraulische systeem.
- Alle werkzaamheden aan de aandrijfmotor met vertragingskast behalve;
Schoonmaken, opnieuw afstellen of vervangen van ketting en kettingwielen.
9.2
Onderhoud aan, bij of onder de schaar
Bij onderhoudswerkzaamheden aan, onder of tussen de schaarconstructie dient de
bijgeleverde schaarblokkering te worden toegepast. Verwijder de dekplaat (afbeelding A).
Klap de pal uit met de schaar omhoog, Laat de schaar zakken (B) totdat deze tegen de
veiligheidspal aan staat. Schakel nu de BENOMIC uit met de hoofdschakelaar.
Figuur 9.1 A-B; Uitklappen van de schaarblokkering
De assen van de schaar zijn gelagerd door middel van lagerbussen.
De binnenste schaardelen zijn aan de buitenste verbonden met een
doorlopende as. Om roestvorming aan de assen te voorkomen
dienen deze minimaal jaarlijks gesmeerd te worden met een universeel smeermiddel en
een vetspuit. Zet de schaar omhoog en blokkeer deze zoals omschreven met de
schaarblokkering (zie afbeelding 7.1). Zet de vetspuit op de nippels en pomp het vet erin
tot het aan de uiteinden bij de lagerbussen eruit komt.
9.3
Onderhoud buisrailsysteem
Het betreffende buisrailsysteem waarover de BENOMIC rijdt dient periodiek gecontroleerd
te worden. Het systeem moet te allen tijde voldoen aan de in Nederland geldende ARBO
catalogus (zie 7.2). Het is verboden met een Buisrailwagen over een buisrailsysteem te
rijden dat niet voldoet aan de hiervoor genoemde richtlijn. Tevens is een werkgever
verplicht zijn arbeidsmiddelen periodiek te controleren volgens de Richtlijn
Arbeidsmiddelen.
Zorg ervoor dat alle buizen altijd op voldoende steunen liggen op een maximale afstand
van 1,25m, dat de steunen niet scheef zijn en aan de buizen vast zitten. De buizen dienen
bovendien aan het betonpad te zijn bevestigd en mogen er niet los op liggen. Op het
uiteinde van de buizen (voor de gevel) dient een eindstop van minimaal 5cm hoog gelast
te zijn, controleer bij iedere seizoenswisseling of de stoppen niet plat, verbogen, scheef of
gescheurd zijn. De ondergrond onder het buisrailsysteem dient droog, vlak en hard te zijn.
Zachte/natte plekken repareren en eventuele verzakkingen duurzaam oplossen.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NL-V11
A
Smeernippel 6x1 H2-M 45gr.
B
Figuur 9.2; Positie van de
smeernippels voor de schaarassen
BENOMIC
28 / 43