Inhoudsopgave
Advertenties
7.4
Scheefstandsignalering
De BENOMIC is uitgerust met een scheefstandmelder met akoestisch
waarschuwingssignaal. De scheefstandmelder geeft een akoestisch signaal (piepen)
wanneer de wagen een scheefstand groter dan 2 bereikt. Als dit het geval is moet men
de werkzaamheden direct stoppen, de schaar zo ver mogelijk naar beneden brengen,
afstappen en de BENOMIC terugrijden lopend naast de wagen. Daarna dient het
buisrailsysteem opnieuw afgesteld te worden voordat de werkzaamheden hervat mogen
worden. Test eerst het geprepareerde stuk rails door er met de schaar in de laagste stand
op lage snelheid overheen te rijden. Wanneer dit geen problemen geeft, test een tweede
maal met de schaar omhoog en op minimale snelheid. Bij geen problemen hervat de
normale werkzaamheden.
Zorg voor een degelijke en duurzame oplossing om de scheefstand van de rails te
verhelpen!
7.5
Stempels
De BENOMIC 3-schaar en 4-schaar moeten worden uitgevoerd met stempels indien er
hoger dan 3,5 meter gewerkt wordt. Belangrijk is dat de stabiliteit wordt gewaarborgd om
op hoogte te kunnen werken. Indien de ondergrond onvoldoende draagkracht heeft mag
er niet gewerkt worden op hoogte. Voor een beschrijving van de bodem wordt verwezen
naar de in Nederland geldende ARBO catalogus.
Zie voor de bediening van de stempels bijlage 2!
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NL-V11
BENOMIC
19 / 43
Advertenties
Inhoudsopgave
