4. ACCU-CONDITIEMETER
Op de accu-conditiemeter kunt u de status van de accu's aflezen. Als alle leds branden is
de accu vol, hoe minder leds branden hoe leger de accu's. De leds hebben de kleuren
groen, oranje en rood. Wanneer de rode, oranje en groenen leds branden zijn de accu's
80 tot 100% vol, de rode en de oranje 40 - 70% vol en wanneer alleen de rode leds
branden hebben de accu's nog maar 20 - 30% capaciteit . Laad de accu's als de accu-
conditiemeter alleen nog het rode gebied oplicht, als dit gebied tijdens het werk bereikt
wordt kan meestal nog tot het eind van de dag worden doorgewerkt. Als een akoestisch
signaal herhaaldelijk 2 pieptonen geeft dient de Benomic direct opgeladen te worden.
Schakel de Benomic uit met de sleutelschakelaar en laadt de accu onafgebroken
minimaal 12 uur op of totdat de acculader vol aangeeft. (raadpleeg de
gebruikershandleiding van de acculader!)
Opladen voordat de accu-conditiemeter 50% ontlading aangeeft moet worden vermeden.
Probeer altijd de ca. 20% ontlading status te evenaren. Dit heeft de volgende voordelen:
Minder laadcyclus, gunstig is voor de levensduur
Minder water verbruik
Minder energie verbruik
Wanneer de accu- conditiemeter leds 'lopen' dan is de BENOMIC in storing. Zorg dat de
noodstop uitgetrokken is, schakel UIT en vervolgens weer AAN met de hoofdschakelaar
(1). Zet bij bovenstaande handelingen eerst de richting keuzeschakelaar (6) neutraal.
5. VOETPEDAAL
In het plateau (pagina 11) is een voetpedaal (5) gemonteerd, de BENOMIC zal gaan
rijden in de gewenste richting zolang het voetpedaal bediend wordt.
8.1.2
Bediening op het platform
10
Figuur 8.3; Bedieningsconsole
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing NL-V11
7
6
8
9
BENOMIC
10
22 / 43