ONDERHOUD EN REINIGING
Voor elke onderhoudsbeurt, voor het openen van afdekkingen, bekledingen en beschermplaten van elektrische of beweeg-
bare onderdelen en voor het binnengaan van de toevoerzone (draaiende onderdelen), moet om veiligheidsredenen de hoofd-
schakelaar uitgezet worden en onbevoegde ingebruikname voorkomen worden. De ketel moet voor onderhoud uitgezet en
afgekoeld zijn. Bij het onderhoud moet geschikte beschermkledij gedragen worden.
1. Warmtewisselaar: het bovenste bekledingsdeksel van de ketel (1) afnemen
en het warmtewisselaardeksel (2) verwijderen. Rookgasgeleidende onderdelen
eenmaal per jaar met de meegeleverde ketelborstel of schuurhaak reinigen. Bij de
verbranding van energieplanten ca. eenmaal per maand of naargelang de hoeveel-
heid vuil reinigen.
2. Warmtewisselaar: met een zaklamp de drie middelste buizen (3) in de vlieg-
asruimte (4) nakijken en controleren of ze niet te vol zijn. Hiervoor schijnt men met
de zaklamp in een van de drie buizen en controleert men of de vliegasruimte niet te
vol met assen zit.
3. Rookgasbuis: de rookgasbuis (5) en de rookgasvoeler (6) moeten minstens
eenmaal per jaar worden gereinigd. Bij de verbranding van energieplanten ca.
eenmaal per maand naargelang de hoeveelheid vuil.
4. Reinigingssysteem: onderhoudsklep afschroeven, de koppeling (7) loshaken
en het automatisch reinigingssysteem (8) op een soepele werking controleren.
5. Reiniging traprooster: halfjaarlijks de zijdelingse onderhoudsdeksels (9)
(onder de aanvoervijzel) losmaken en de ruimte onder het rooster reinigen.
6. Beveiligingsklepel overbevulling: overbevullingsbeveiliging (10) op
soepelheid controleren en schakelcontact controleren.
7. Reiniging vliegasruimte: de vliegasruimte moet eenmaal per jaar gecon-
troleerd worden of ze niet te vol assen zit. Het bekledingsdeksel afnemen en
de onderhoudsklep (11) afschroeven.
Let op : vliegassen in de vijzelbak (12) niet wegnemen; deze asresten dienen
als rookgasdichting voor de vijzel.
8. Roosterreiniging: het rooster van eventueel vuil, zoals stenen, nagels,
aangekoekte as etc., ontdoen via de branddeur.
9. Vuurvaste steen: eenmaal per jaar de vuurvaste steen reinigen.
Let op : de vuurvaste steen in de verbrandingskamer kan omwille van ver-
schillende thermische belastingen binnen een korte tijdspanne kleine scheur-
tjes vertonen. Dit zijn spanningsscheurtjes die dienst doen als uitzettings-
voegjes. Deze scheurtjes zijn belangrijk en hebben geen invloed op de wer-
king van de ketel.
10. Asmotor: in de schakelaarstand "Hand" Nr.2 de asmotor op een goeie
werken controleren door op de toets "+" te drukken. Als de asverwijderings
door vreemde voorwerpen blokkeert, gebruik dan de toets "-" om de vijzel
vrij te draaien.
11. Roostermotor: in de schakelaarstand "Hand" Nr.1 kan men de werking
van de roostermotor testen door de toets "+" of "-" in te drukken.
Let op: men kan de roostermotor slechts zo ver in een richting draaien tot
de roostereindschakelaar zich op 1 bevindt. Op dat punt dient men de tegen-
overgestelde toets 30 sec. in te drukken om het rooster weer te laten be-
wegen. Controleer of het automatisch ketelreinigingssysteem, het trap-
rooster, de vliegasverwijdering etc. meebewegen.
Schets traprooster
Beginpositie traprooster
Let op: veiligheidsadvies
Middelpositie traprooster
Roostereindschakelaar midden
•
p. 3.1
Eindpositie traprooster
Roostereindschakelaar acheraan