Inhoudsopgave
Advertenties
INSTALLATEURSINSTELLINGEN
Installateursinstellingen "+" en "-" 3 sec. gelijktijdig indrukken
Nr.C7
< Störlampe
Externe Pumpe
Fernleitungspumpe2
Schema jumpers
Steckbrücke J7
Nr.C8 externer HK
<keine Fernleitung>
mit Fernleitung 1
mit Fernleitung 2
Nr.D1 Betriebsart
Behälter Hand füllen
<Saugen + Schnecke>
Punktabsaugung
Schnecke + Behälter
Nr.D2
Frostschutz
Pumpen ein unter
Aussentemp.
Werk:
1°
Nr.D3
Frostschutz
Vorlauf-
Solltemperatur
Werk:
7°
Nr.D4
ohne Lambda
< mit Lambda
Nr.D5
Umschaltung
Tag-Absenkung
Ein 06:00
Aus 22:00
U bevindt zich in het installateursmenu.
Programmatie van de supplementaire uitgang '49':
Voor de ingebruikname moeten alle installateursparameters gecontroleerd en
>
- Storingslamp (standaard fabrieksinstelling): de uitgang wordt gevoed door 230V van
geprogrammeerd worden volgens de exacte installatieconfiguratie.
zodra er zich een probleem voordoet aan de boiler (mogelijkheid om een alarmlicht of -
Ga door de parameters met de toetsen ↑ en ↓, pas de waarden aan met de toetsen
geluid, een relais, een telefoonzender, ... aan te sluiten).
"+" en "-", en bevestig met Enter.
Wanneer u direct na het betreden van de installateursinstellingen op ↑ drukt, kunt u
- Pomp externe kring (jumper J7 verwijderen: zie foto): de Externe-Kringfunctie wordt
snel door de lijst met parameters bladeren.
geactiveerd door de ingang "Externe Kring" (uitgangen '81' en '82' verbonden). De
boiler start met de onder Nr. C6 ingestelde temperatuur. De pomp van de externe
kring (uitgang '49') start wanneer de boiler de temperatuur van Nr. L5 heeft bereikt.
- Overdrachtspomp 2 (jumper J7 verwijderen: zie foto): de overdrachtspomp 2
(uitgang '49') start wanneer de boiler de temperatuur uit Nr. L2 heeft bereikt, enkel
wanneer een tank of een verwarmingskring zijn geprogrammeerd met kring 2. Indien
Jumper
nodig kan uitgang '123' ook geprogrammeerd worden voor de pomp van de externe
J7
kring of de overdrachtspomp 2 (paramter Nr. B11 hieronder).
De "Externe-kringfunctie" is ook programmeerbaar zonder pomp:
Het volstaat hiervoor de uitgangen '81' en '82' met een wisselcontact te verbinden: de
boiler werkt zoals hieronder beschreven, er verschijnt een scherm in het infomenu, de
uitgang '49' wordt dan bruikbaar met storingslamp of overdrachtspomp 2 volgens de
uitgevoerde programmatie.
Volgens het hydraulisch schema vereist de pomp van de externe kring de opstart van:
- geen enkele verwarmingskringpomp: geen kring;
- de overdrachtspomp 1;
- de overdrachtspomp 2.
Instellen werkingsmodus
= Tussenreservoir wordt handmatig gevuld.
= Tussenres. wordt door opslagruimtevijzel+zuigturbine automatisch gevuld.
= Tussenreservoir wordt door middel van puntafzuiging / GWTS gevuld.
= Tussenres. wordt door middel van opslagruimtevijzel rechtstreeks gevuld.
Aanpassingsbereik: -30°...+20° (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 1°)
Wanneer de buitentemperatuur onder deze ingestelde waarde zakt, worden alle
verwarmingskringpompen ingeschakeld, terwijl de mengventielen de
1°
voorlooptemperatuur aanpassen aan de waarde van parameter Nr. D3
Aanpassingsbereik: 1°...30° (ref. fabrieksinstelling ("Werk"): 7°)
Wanneer de keuzeschakelaar op positie "Aus" of "Boiler" staat en de
voorlooptemperatuur (met mengventiel) of keteltemperatuur 3° onder deze waarde
7°
zakt, start de ketel automatisch.
Programmatie van werking met of zonder Lambdasonde.
De Lambdasonde verbetert continu de verbrandingskwaliteit. In geval van een defecte
Lambdasonde, kan deze worden geprogrammeerd als niet aanwezig ("ohne").
>
Programmatie van het tijdstip dag- of nachtinstelling: het tijdsschema komt overeen
met de dagtijdsperiode.
•
p. 7.7
Advertenties
Inhoudsopgave
