Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

OEG FWR+ Instructies pagina 36

Inhoudsopgave

Advertenties

NL
SERVICE S-PARAMETERS
Para-
Parameternaam
meter
S2.13 Boiler
circulatiepomp
- tijd
waartijdens de
temperatuur
stijgt
(seconden)
S2.14 Boiler
circulatiepomp
-
bedrijfsfunctie
S2.15 Vertraging
uitschakeling
circulatiepomp
(seconden)
S2.16 Circulatiepomp
van de ketel -
uitschakelings
temperatuur-
verschil T2-T1
(°C)
36
Parameterbeschrijving
Deze functie wordt gebruikt om
de temperatuur van de retourpijp
van de vaste brandstofboiler
te beheersen als er geen sen-
sor in de opslagtank geïnstal-
leerd is. Binnen de ingestelde
tijd controleert de regelaar een
stijging van de boilertemperatuur
van 2°C. Als er een stijging van
2°C vastgesteld wordt, wordt de
circulatiepomp gedurende de
ingestelde tijd ingeschakeld.
Met deze instelling kiest u
de bedrijfsfunctie van de
circulatiepomp:
- Standaard - betekent, dat de
pomp dat de pomp afhankelijk
van de ingestelde minimale
temperatuur van de ketel
en bij overschrijding van het
verschil tussen ketel en retour
functioneert.
- Continu - betekent, dat de pomp
constant is ingeschakeld, wanneer
de keteltemperatuur hoger is
dan de ingestelde minimale
temperatuur van de ketel. Deze
bedrijfsfunctie wordt toegepast
bij pelletketels, wanneer er in
het buffervat geen sensor is
aangebracht.
Instelling van uitgestelde
uitschakeling van de
circulatiepomp wanneer er geen
verwarming nodig is.
Met de instelling bepalen we het
verschil tussen de sensors T2 in T1,
waarbij de circulatiepomp van de
ketel wordt uitgeschakeld.
Instelling
Standaard-
bereik
waarde
30 ÷ 900
300 s
seconden
- Standaard
Standaard
- Continu
30 ÷ 900
300 s
seconden
2,0 ÷ 8,0 °C
3,0 °C
Instructies voor instellingen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave