NL
SERVICE S-PARAMETERS
S2 - MENGCIRCUITINSTELLINGEN
Para-
Parameternaam
meter
Minimale
S2.1
aanvoertem-
peratuur T1
in verwarm-
ingsmodus
Maximale
S2.2
aanvoertem-
peratuur T1
in verwarm-
ingsmodus
Minimale
S2.3
aanvoertem-
peratuur T1 in
koelmodus
34
Parameterbeschrijving
Als bescherming van de
warmtebron is ingeschakeld
(parameter S3.1=2 of S3.1=3),
definieert deze instelling de
streeftemperatuur T1 volgens
schema 1, als de bescherming
actief is.
Deze parameter bepaalt
ook de ondergrens van de
streeftemperatuur T1. De
streeftemperatuur kan niet lager
worden ingesteld dan door deze
parameter wordt gespecificeerd.
Als bescherming van de
warmtebron is ingeschakeld
(parameter S3.1=2 of S3.1=3),
definieert deze instelling de
streeftemperatuur T1 volgens
schema's 2 en 3, als de
bescherming actief is.
Deze parameter bepaalt
ook de bovengrens van de
streeftemperatuur T1. De
streeftemperatuur kan niet hoger
worden ingesteld dan door deze
parameter wordt aangegeven.
Als bescherming van de
warmtebron is ingeschakeld
(parameter S3.5=2 of S3.5=3),
definieert deze instelling de
streeftemperatuur T1 volgens
schema's 2 en 3, als de
bescherming actief is.
Deze parameter bepaalt
ook de ondergrens van de
streeftemperatuur T1. De
streeftemperatuur kan niet lager
worden ingesteld dan door deze
parameter wordt gespecificeerd.
Instelling
Standaardwaarde
bereik
10 ÷ 70 °C
schema 1 -
50 °C
schema 2 -
20 °C
schema 3 -
20 °C
15 ÷ 90 °C
schema 1 -
70 °C
schema 2 -
40 °C
schema 3 -
40 °C
5 ÷ 30 °C
16 °C
Instructies voor instellingen