Instelling parameters 13 , 14 , 15
0 = werkingsmelding
1 = Storingsmelding
2 = Externe toevoerpomp
3 = Externe stookkringpomp zonder WCM-
FS
4 = WW-laadpomp; drie-weg-ventiel
5 = WW-circulatiepomp zonder WCM-FS
6 = WW-circulatiepomp via WCM-FS
7 = Stookkringpomp via WCM-FS
Instelling parameter 16
0 = Vrijgave warmtegenerator in verwar-
mingsmodus
1 = Stookkring verlaging/normaal
3 = Stand-by met vorstbeveiliging
Instellingen werken enkel als er geen WCM-FS aangesloten is resp. deze uitvalt.
(1
Instelling parameter 17
0 = Vrijgave warmtegenerator in WW-modus Als de ingang gesloten is, vindt de warmwatervrijgave plaats. Bij open
1 = Warm water verlaging/normaal
2 = Verwarming met speciaal niveau
3 = Ketelvergrendelingsfunctie
4 = WW-circulatie via toets
Instellingen werken enkel als er geen WCM-
(1
FS aangesloten is resp. deze uitvalt.
83293007 • 1/2014-04 • La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Condenserende stookolieketel WTC-OB 20 ... 35-A
6 Bediening
6.10 In- en uitgangen
Met de vrij selecteerbare in- en uitgangen kunnen verschillende toepassingen gere-
aliseerd worden.
Uitgang MFA en VA
De uitgang MFA is een potentiaalgebonden relais-uitgang. De uitgang VA is poten-
tiaalvrij.
Beschrijving
Het contact sluit zodra er een warmtevraag is.
Het contact sluit zodra een storing optreedt of een waarschuwing
minstens 4 minuten verschijnt.
De uitgang wordt als een interne stookkringpomp aangestuurd (voor
verwarmingswater en warm water).
De uitgang wordt tijdens de verwarming geactiveerd.
De uitgang wordt tijdens de warmwaterlading geactiveerd.
De uitgang wordt tijdens de warmwatervrijgave geactiveerd, resp.
tijdgestuurd via de toets.
De uitgang wordt in functie van het circulatieprogramma van de
WCM-FS geactiveerd.
De uitgang wordt geactiveerd als de verwarmingsmodus via de
WCM-FS #1 aangevraagd wordt.
Ingang H1
Beschrijving
Als de ingang gesloten is, gebeurt de vrijgave voor de verwarming. Bij
open ingang wordt de WTC voor verwarming afgesloten.
Bij gesloten ingang werkt de gewenste normale temperatuur. Bij open
(1
ingang werkt de gewenste verlaagde temperatuur.
Bij gesloten ingang bevindt de installatie zich in stand-by. De wer-
kingsstanden warm water en verwarming zijn vergrendeld.
De vorstbeveiliging blijft actief. Installaties met externe WCM-FS- of
WCM-EM-stookkringen zijn eveneens vergrendeld.
Ingang H2
Beschrijving
ingang wordt de WTC voor de warmwatermodus vergrendeld.
Bij gesloten ingang werkt de gewenste normale temperatuur. Bij open
(1
ingang werkt de gewenste verlaagde temperatuur.
(zie hfst. 6.6)
Als de ingang gesloten is, schakelt het toestel uit. De vorstbeveiliging
is niet actief.
Op het display verschijnt W24 , als het contact gesloten is.
Aansturing van een circulatiepomp, tijd instelbaar via parameter 54 .
Enkel als P 13 , 14 , 15 = 5
59-130