Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
Veiligheidmaatregelen voor
onderhoudswerkzaamhe-
den
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat
afstellen, schoonmaken of repareren:
– Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
– Zet de gashendel op stationair – laag.
– Schakel de maai-eenheden uit.
– Breng de maai-eenheden omlaag.
– Zorg dat de tractie in neutraal staat.
– Stel de parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
– Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
– Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaam-
heden uit als de motor draait. Blijf uit de buurt van
bewegende onderdelen.
•
Plaats de machine of onderdelen ervan op
assteunen indien dit nodig is.
•
Haal voorzichtig de druk van onderdelen met
opgeslagen energie.
De machine klaar maken
voor onderhoud
1.
Zorg ervoor dat de aftakas is uitgeschakeld.
2.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
3.
Stel de parkeerrem in werking.
4.
Laat indien nodig de maaidekken zakken.
5.
Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
6.
Draai het sleuteltje naar de stand S
verwijder het.
7.
Laat de onderdelen van de machine afkoelen
voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
De machine opkrikken
Gebruik de volgende locaties om de machine op te
krikken:
Vooraan de machine – op het machineframe, voor
de aandrijfmotoren van de wielen
Belangrijk:
Krik de machine niet op aan de
aandrijfmotoren van de wielen. Houd de krikken
uit de buurt van hydraulische buizen en slangen.
Achteraan de machine – op het midden van as
(Figuur
55)
Plaats kriksteunen met voldoende draagvermogen
aan weerszijden van de tandwielkast en onder de as.
Belangrijk:
Krik de machine niet op aan de
trekstang.
50
TOP
(Figuur
54)
Figuur 54
en
g036670