de gewenste hoogte hebben bereikt. Voor
Groundsmaster 4700-machines dient u de 3
hefschakelaars in te drukken om de 7 maaidekken
omhoog te brengen
(Figuur
worden pas uitgeschakeld wanneer de maaidekken
dezelfde hoogte bereikt hebben als wanneer de
Omkeerfunctie op A
AN
Standaard wordt aanbevolen om deze functie A
te zetten.
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Verwijder gras en vuil van de maai-eenheden,
de geluiddempers en het motorcompartiment
om brand te voorkomen. Veeg gemorste olie en
brandstof op.
•
Als de maai-eenheden in de transportstand
staan, breng dan een positieve mechanische
vergrendeling aan (indien voorhanden) voordat u
de machine onbeheerd achterlaat.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
voordat u de machine stalt of transporteert.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en alle
bevestigingselementen stevig vastzitten, in het
bijzonder de bevestigingen van maaimessen.
•
Vervang versleten of beschadigde stickers.
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
De machine duwen of
slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden
bewogen door de omloopklep in de regelbare
hydraulische pomp in werking te stellen en de
machine te duwen of te slepen.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan 3
tot 4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders
10). De maaimessen
staat.
de transmissie intern kan worden beschadigd. De
omloopkleppen moeten open zijn als de machine
wordt geduwd of gesleept.
1.
Open de motorkap en zoek de omloopkleppen
(Figuur
en het opslagcompartiment.
2.
Draai de omloopkleppen 3 slagen linksom om
AN
deze te openen en de olie inwendig om te laten
leiden.
Opmerking:
Omdat de vloeistof wordt omgeleid, kan de
machine traag worden voortbewogen zonder dat
de transmissie wordt beschadigd.
1. Omloopklep (2)
3.
Sluit de omloopkleppen voordat u de motor start.
Aandraaien tot 70 N·m om de klep te sluiten.
Belangrijk:
duwen of slepen, moet u ook zorgen voor
een omleiding langs de afsluitklep in het
verdeelstuk van de vierwielaandrijving. Om te
zorgen voor een omleiding langs de afsluitklep,
45
50) bovenaan de pomp, achter de accu
Niet meer dan 3 slagen openen.
Figuur 50
Als u de machine achteruit moet
g036666
g020510