● De standaardinstellingen van de functie zijn
aangegeven in
.
● Voor de bedieningsmethode raadpleegt u
"Het instelmenu gebruiken" (Blz. 27).
z Cameramenu 1
De standaardinstellingen van de
De standaardinstellingen van de
fotografeerfuncties herstellen
fotografeerfuncties herstellen
z [Reset]
[Reset]
z
Submenu 2
Herstelt de volgende menufuncties
naar de standaardinstellingen.
• Stand Fotograferen
• Flitser
• Zelfontspanner
• Belichtingscorrectie
• Witbalans
Yes
• ISO-gevoeligheid
• Drive
• Resolutie (stilstaande beelden)
• Beeldverhouding
• Functies van Cameramenu 1,
Cameramenu 2 en Menu
videobeelden
No
De instellingen worden niet gewijzigd.
28 NL
Toepassing
De beeldkwaliteit voor
De beeldkwaliteit voor
stilstaande beelden selecteren
stilstaande beelden selecteren
z [Compression]
[Compression]
z
Submenu 2
Fine
Fotograferen met hoge kwaliteit.
Normaal
Fotograferen met normale kwaliteit.
● "Aantal foto's dat kan worden opgeslagen
(stilstaande beelden)/opnametijd (videobeelden) in
het interne geheugen en op kaartjes" (Blz. 64, 65 )
Het scherpstelgebied selecteren
Het scherpstelgebied selecteren
z [AF Mode]
[AF Mode]
z
Submenu 2
De camera stelt automatisch
scherp. (Wanneer een gezicht wordt
gedetecteerd, wordt dit aangegeven
met een wit kader
Face/iESP
half wordt ingedrukt en de camera
scherpstelt, wordt het kader groen
geen gezicht wordt gedetecteerd, kiest
de camera een onderwerp in het kader
en stelt hij automatisch scherp.)
De camera stelt scherp op
Spot
het onderwerp dat zich in het
autofocusteken bevindt.
De camera volgt automatisch de
bewegingen van het onderwerp
AF Tracking
zodat er voortdurend op wordt
scherpgesteld.
*1
Voor sommige onderwerpen verschijnt het kader
niet of niet onmiddellijk.
Als het kader rood knippert, kan de camera niet
*2
scherpstellen. Probeer opnieuw scherp te stellen
op het onderwerp.
Toepassing
Toepassing
; als de ontspanknop
*1
. Als
*2