1
2
3
2
Technische veranderingen voorbehouden
1
2
3
3
1
4
2
3
1
5
nwijzingen voor het laden
Aa
Met een textiel riem in de doorbraak van de
middelste wand (2/1) en de 2 haken (4/1) han-
gen - bij „4 m" 2x doorbraak van de middelste
wand.
Enkel solo met lege zaadkast opheffen (zon-
der grondbewerkingstoestel).
Het draagvermogen van de riemen in acht
nemen.
Voorzichtig hanteren, op evenwicht letten.
Zich niet in de buurt van de opgeheven last
ophouden.
Opbouw
Het combinatie-grondbewerkingstoestel moet
voor de opbouw „geschikt" zijn:
... voldoende stabiel om de drilmachine te
kunnen dragen, (bijv. bijkomende steun op
Rabe draaiende eggen
EMKE/S, WMKE/S en MKE „2,5 en 3 m"
breedte),
.... „draagkrachtige" inpakkerwals (bijv getan-
de inpakkerwals 510 mm Ø of polygoonwals
450 mm Ø).
De opbouw enkel op een effen terrein en met
lege zaadkast uitvoeren.
De aanbouwset op het grondbewerkingstoes-
tel aanbrengen.
De koppeldelen aan beide kanten bij (3/1+2)
zodanig aanbrengen dat de drilmachine inge-
bouwd kort achter de inpakkerwals „staat" en
de afstand onderkant/schaarrail tot de grond
tijdens het gebruik ongeveer 44 cm bedraagt.
(5/1).
De op steunen staande, lege „Multidrill A" met
het grondbewerkingstoestel naar beneden
rijden – en koppelen; met stekkers vastzetten
(3/3).
Het toestel een beetje opheffen en de voorste
steunen (4/2) afnemen; dan een beetje laten
dalen en de bovenste stuurinrichting aanbren-
gen (5/2).
Het toestel opheffen en de achterste steunen
afnemen (4/3).
(de steunen kunnen op de drilmachine blijven
vaststeken; de voorste steunen, naar boven
wijzend, in de houders schuiven – hierin de
achterste steunen, 5/3.)
De bovenste stuurinrichting zodanig instellen
dat het grondbewerkingstoestel en de drilma-
chine tijdens het gebruik horizontaal staan
(zijdelingse bovenkant van de zaadkast).
De hydraulische slang – voor sporenmaker
o.a. – op het enkelwerkend stuurtoestel aans-
luiten.
7
04.2003