1
3
Technische veranderingen voorbehouden
2
43
1
2
45
Met de afdraaikruk (43/1 bij 43/2) ongeveer 10 om-
wentelingen van de zaaias „vooraf draaien" om te
verzekeren dat alle zaaiasbehuizingen gevuld en
eventueel beitsafzettingen op de oppervlakten van
de behuizingen het stroomgedrag stabiliseren.
De ledigingbakken in de zaadkast leegmaken.
Dan de afdraaiproef met de aangegeven omwente-
ling uitvoeren - voor 1/40 of 1/10 ha.
Bi een zeer kleine hoeveelheid zaadgoed (bijvoor-
beeld raap) is de afdraaiproef voor 1/10 ha gunstig.
Gelijkmatig draaien, ongeveer 1 omwenteling per
sec.
De gewogen afdraaihoeveelheid (precies wegen)
met de „oppervlaktefactor" vermenigvuldig, geeft
de hoeveelheid zaadgoed kg/ha:
x 40 (bij 1/40 ha; 250 m2)
x 10 (bij 1/10 ha; 1000 m2)
Handkrukomwentelingen voor afdraaiproef
Multidrill A
Werk-
1/40 ha
breedte
93
2,5m
77,5
3,0m
58
4,0m
Opmerking: de elektronische schakeling van de
rijdvlakken Multitronic II beschikt over een functie
„Afdraaihulp", met wiens ondersteuning voor de
gekozen afdraaioppervlakte het aantal noodzake-
lijke omwentelingen van de afdraaikruk door de
zaaimonitor berekend en meegeteld worden.
Voor de werking zie de bedieningshandleiding van
de Multitronic II in bijlage A.
Sporenmaker
De schijfsporenmakers kunnen bij „2,5 u. 3 m" op
het centrum van de tractor en bij „4 m" op het cen-
trum van de tractor en op het spoor van de tractor
ingesteld worden.
Overlastveiligheid (45/2): schaarschroef M 8 x
35DIN 931 - 8.8
Instelling: de arm in de werkpositie plaatsen
(„transportstekker" 45/3 niet in de houder laten).
Het opstandpunt van de schijven dienovereen-
komstig instellen – bij (45/1);
(afhankelijk van de werkbreedte en van de rijenaf-
stand van de drilmachine evenals van de breedte
van het tractorspoor bij sporenmarkering).
Door de schijfas te verdraaien kan de schijf, naar-
gelang een zware of lichte bodem, meer of minder
bevestigd worden.
17
1/10 ha
371
309
232
04.2003