15
1
17
1
Technische veranderingen voorbehouden
16
1
18
1
19
20
Multizaaisysteem
Om alle soorten zaad die gedrild kunnen worden
in functie van de grootte van de graankorrels, de
hoeveelheid en de vereisten voor de standplaats
zo optimaal mogelijk naar buiten te brengen biedt
de Multidril – naast het traploos regelbaar toerental
van de zaaias – vier doseerprocedures:
1. Uitlaatsysteem langs beneden
– voor "normale zaden" zoals graan e.d. (Afb.15).
2. Uitlaatsysteem langs beneden met reductie-in-
zetstukken
– voor fi jn zaad in geringe hoeveelheden, bijvoor-
beeld raap, phacelia, mosterd (max. grootte van
de zaden 3,3 mm)
(Afb.16, met reductie-inzetstuk - vanaf juli 1999 uit
gele kunststof).
3. Uitlaatsysteem langs boven* – Dosering van af-
zonderlijke korrels voor fi jn zaadgoed, bijvoorbeeld
raap (Afb.17, met afdekking 17/1).
4. Gereduceerd uitlaatsysteem langs beneden *
– voor "normaal zaadgoed" met geringe hoeveel-
heid, bijvoorbeeld hybride rogge (Afb.18, met
afdekking 18/1).
Bij de varianten van de inrichting voor zaaigoed dat
langs beneden uitgevoerd wordt kan bovendien het
toerental van de zaaias gehalveerd worden – door
middel van een drijfwerkreductie.
* enkel bij bijkomende uitrusting "Inrichting voor
zaaigoed dat langs boven uitgevoerd wordt: veran-
deringen van de draairichting van de zaaias en van
de afdekkingen mogelijk. Het bijzondere aan het
uitlaatsysteem langs boven (bijkomende uitr.)
Door de draairichting van de zaaias om te keren
schept elke zaaiwielnok – met een speciaal ge-
vormde schepcel (19/1) – een zaadkorrel, voert
deze onder een afdekking door (20/1), en geeft
hem dan vrij voor de "vrije val" naar de zaaischa-
ren. De dosering van de afzonderlijke korrels
leidt tot een betere verdeling van de standplaats,
een betere ontwikkeling van de planten en meer
opbrengst – en bovendien ook tot een reductie van
de hoeveelheid zaadgoed.
Het Multidrill systeem voor zaaigoed dat langs bo-
ven uitgevoerd wordt is enkel voor rond, gelijkmatig
zaadgoed van ongeveer 1,8 - 2,8 mm Ø geschikt
– in het bijzonder voor raap en koolzaadjes:
... het zaadgoed moet vrij van losse beitsresten
zijn, de oppervlakte van de korrel moet kleefvrij zijn
(bij afzettingen van beitsmiddelen in de schepcel-
len met een borstel reinigen).
Zaadgoed met toegevoegde mengsels, bijvoor-
beeld extra beits en rupskorrels is niet voor deze
inrichting geschikt.
... voor een gelijkmatige afl egging van het zaad-
goed is een rijdsnelheid boven 6 km/h niet aan te
raden.
Sterke trillingen, bijvoorbeeld op akkers met veel
stenen en aardklompen de kwaliteit van het afl eg-
gen beïnvloeden.
... de hanginclinatie moet onder 15% liggen.
Wanneer voornoemde voorwaarden niet
aanwezig zijn moet "Zaaigoed dat langs
beneden uitgevoerd wordt met reductie-
inzetstukken" aanbevolen worden. Dit
geldt ook voor hybride raapsoorten met
sterk verschillende korrelgrootten.
10
04.2003