2
Verstopte
schepcel
schepcel
Schepcel
Schepcel
Technische veranderingen voorbehouden
A
1
2
24
1 1
a
b
c
d
25
Zaadkorrel
Zaadkorrel
25a
m.b.t. b) Afsluitschuifventiel
Afsluitschuifventielen (24/A) hebben 2 functies:
- Sluiten / openen van de uitlopen van de zaadkast
- Instelling van de hoogte van het zaadgoed op het
zaaiwiel bij de uitlaatsysteem langs boven.
Afsluitschuifventielen dienen niet voor de regeling
van de hoeveelheid zaadgoed!
Een verkeerde instelling van het schuifventiel kan
tot verschillende hoeveelheden zaadgoed bij hang-
neiging leiden!
Positie van het schuifventiel voor de uitlaatsysteem
langs beneden:
Het schuifventiel moet altijd volledig geopend zijn
(24/2).
Schuifventiel gesloten = positie 1 (24/1)
Geen tussenposities gebruiken.
Positie schuifventiel voor de uitlaatsysteem langs
boven: (bijkomende uitr.)
Hier wordt de vulhoogte voor het zaadgoed op het
zaaiwiel door het afsluitschuifventiel ingesteld.
Deze positie van het schuifventiel is afhankelijk
van de stroomvermogen van het zaad en kan door
een korreltest berekend worden (zie ook pagina 2
van de zaaitabel).
Korreltest voor uitlaatsysteem langs boven
Voorbereiding van de proef:
- Schuifventiel sluiten
- Het zaad (raap) in de zaadkast vullen
- De ledigingbakken aanbrengen
- Het afsluitventiel in de positie a vastzetten
- De bodemklep blijft in de positie 0
- minstens 10 omwentelingen van de zaaias uitvo-
eren
Uitvoering van de korreltest:
Bij één of meerdere uitlopen moeten de korrels op-
gevangen worden, terwijl met de handkruk zolang
gedraaid wordt tot de zaaias precies één omwente-
ling uitgevoerd heeft.
De correcte positie van het schuifventiel (Afb.25)
wordt bereikt wanneer bij één omwenteling van
de zaaias 36 +/- 4 korrels per uitloop verkregen
worden.
Indien in de positie van het schuifventiel a meer
dan 40 korrels per omdraaiing van de zaaias
geteld worden dat is het zaaigoed niet voor de
uitlaatsysteem langs boven geschikt.
Indien minder dan 32 korrels per omwenteling ge-
teld worden dat moeten de afsluitschuifventielen in
de volgende grotere positie (eerst „b", dan „c" en/of
„d") vastgezet worden. (Afb.25)
Deze proef moet telkens herhaald worden.
- belangrijke aanwijzingen:
- Na elke verandering van de positie van het schu-
ifventiel moeten opnieuw minstens 10 omwentelin-
gen van de zaaias voorgedraaid worden!
- De proef moet ook tijdens het werk uitgevoerd
worden om de correcte werking van de uitlaatsys-
teem langs boven te verzekeren.
Soms komt het door geblokkeerde schepcellen tot
een vermindering van de hoeveelheid zaaigoed.
Dan moeten de schepcellen met een borstel gerei-
nigd worden!
12
04.2003