Opmerking Als de GLP/CFM-toets wordt ingedrukt, zullen de HALO-led's
op de aangesloten sonde 4-5 groepen snelle flitsen tonen en
dan terugkeren naar normale werking. Dit kan nuttig zijn om
een elektrode te identificeren.
Scannen
Druk GLP/CFM om andere elektrodes te identificeren.
De huidige blijft verbonden totdat er een nieuwe wordt
geselecteerd voor aansluiting.
Ontkoppelen
Druk GLP/CFM om de sensor van de meter te ontkop-
pelen. "PROBE SET TO SHUTDOWN" of "PROBE SET TO STANDBY" verschijnt.
De elektrode zal niet automatisch verbinden indien geconfigureerd om uit
te schakelen. Deze wordt automatisch aangesloten als deze in de huidige
werksessie is geconfigureerd om deze sonde in standby te zetten.
Als de ontkoppelmodus in het algemene instellingenmenu is ingesteld op
SHUTDOWN, wordt de elektrode na enkele seconden
uitgeschakeld om de levensduur van de batterij te
besparen. Bij de optie STANDBY, is die alleen zichtbaar
voor de huidige meter en de led stopt met knipperen. Om
te verbinden met een andere meter, druk de toets op de
elektrode.
Foutmeldingen
Als de mV of temperatuur de grenzen van de sensor overschrijdt, wordt het
bericht "ELECTRODE OUT OF SPEC" op de derde regel doorlopend getoond.
De temperatuur zal blijvend worden weergegeven. Als de temperatuur de
meterspecificatie van 120 ºC overschrijdt, knippert "120 °C". Bij intervallog-
ging wordt het bericht "OUT OF SPEC." afwisselend met de LOG-specifieke
boodschap weergegeven en bij het logbestand wordt op "ºC" naast de gege-
vens weergegeven.
In het geval dat de temperatuursensor beschadigd is,
wordt "BROKEN TEMPERATUURSENSOR" weergegeven
en de temperatuur "25,0" met de eenheid knipperend
op de tweede regel. Het logbestand geeft "ºC!!" naast de
gegevens weer.
mV-meting
De mV-meting wordt op het lcd-scherm weergegeven
door op de RANGE te drukken.
35