De gebruikte resolutie is 0.01 pH en er is slechts een driepuntskalibratie
aanwezig met keuze uit volgende buffers: 4.01, 6.86, 7.01, 9.18 of 10.01.
Kalibratie Check is beperkt tot boodschappen op het scherm tijdens kalibra-
tie. Herinneringen voor kalibratie zijn niet beschikbaar. De GLP data zal echter
nog steeds offset, slope, gebruikte buffers en kalibratiedatum bevatten.
Manuele logging en medium stabiliteitslogging zijn nog steeds beschikbaar.
Opmerking Wanneer er veranderd wordt van standaard naar basismodus,
De grootste verschillen tussen basis en standaard modus zijn in onderstaan-
de tabel weergegeven.
Kalibratie
Diagnostiek
Logtypes
* Alle elektrodes werken in deze modus.
DE HALO-ELEKTRODE AANSLUITEN
Schakel de meter in door op de aan/uit-knop op de bovenkant van de meter
te drukken. Het Bluetooth-logo en "SCANNING" verschijnen.
Druk onmiddellijk op de bedieningsknop op uw HALO. De blauwe halo begint
elke halve seconde te knipperen en geeft aan dat die detecteerbaar is.
Als dit de eerste aansluiting op de sonde is en de enige HALO ™ is in de
detecteerbare modus, verandert het bericht in "CONNECTING" en wordt het
elektrodemodel weergegeven, gevolgd door een herinnering voor de verwij-
dering van de dop en vervolgens het meetscherm. Als meer dan één elektro-
de beschikbaar is, moet de gewenste worden geselecteerd en bevestigd om
te verbinden (GLP/CFM). Als een eerder geassocieerde elektrode in STANDBY
of in de detecteerbare modus staat wanneer de meter scant, wordt de ver-
binding automatisch verbonden.
24
wordt de vorige kalibratiedata gewist.
Standaard
5 punten, inclusief twee aan-
gepaste buffers
Cal Check™
Foutmeldingen
GLP
Manueel type logging Stabi-
liteitsloggingen Intervallog-
gingen
Basis*
3 punten
Basis foutmeldingen
GLP basis data
Manueel type logging
Stabiliteitsloggingen
(Medium)