1. Dop van reservetank
5. Maak de onderste radiateurslang los en laat de
koelvloeistof in een opvangbak lopen. Als er geen
koelvloeistof meer uitstroomt, sluit u de onderste
radiateurslang weer aan.
6. Open de ontluchtschroef boven op de waterpomp
(Figuur 65).
1. Ontluchtschroef
7. Verwijder de aftapplug voor de koelvloeistof uit
de motor en laat de koelvloeistof in de opvangbak
lopen. Als er geen koelvloeistof meer naar buiten
stroomt, plaatst u de aftapplug terug.
8. Vul de radiateur langzaam met een oplossing die half
uit water, half uit permanente ethyleenglycol-antivries
bestaat
9. Start de motor terwijl de ontluchtschroef open staat.
Laat de motor stationair lopen tot er schone vloeistof
uit de ontluchtingsschroef stroomt.
10. Sluit de ontluchtingsschroef terwijl de motor nog
loopt
11. Vul de radiateur bij en plaats de dop terug.
12. Vul de reservetank langzaam totdat het peil de
Koud-streep bereikt. Niet te vol vullen. Plaats de
dop van de reservetank terug.
Figuur 64
Figuur 65
13. Start de motor en laat deze draaien tot hij warm is.
14. Zet de motor af. Controleer nogmaals het oliepeil en
vul indien nodig olie bij.
55