BANDEN
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u de
machine op een vlakke ondergrond te parkeren,
de machine uit te schakelen, de parkeerrem in te
schakelen en de sleutel uit het contact te halen.
De machine heeft drie stevig rubberen banden:
één aan de voorkant en twee aan de achterkant
van de machine. Controleer de banden na elke 500
bedrijfsuren op beschadiging en slijtage.
MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN
MACHINE DUWEN OF SLEPEN
VOOR DE VEILIGHEID: Bij het plegen van
onderhoud aan de machine, deze niet duwen of
opslepen als de bestuurder niet in de machine zit.
Indien de machine gebreken vertoont, kan de
machine vanaf de voorkant of vanaf de achterkant
geduwd worden. Slepen kan alleen vanaf de
voorzijde gebeuren.
Duwen of slepen van de machine mag slechts over
een zeer korte afstand plaatsvinden en uitsluitend
met een snelheid van minder dan 3,2 km/u. De
machine is NIET geschikt om over een lange afstand
of met hoge snelheid geduwd of gesleept te worden.
LET OP! Duw of sleep de machine niet over lange
afstanden. Hierdoor kan het aandrijfsysteem
beschadigd raken.
M17 9017362 (12-2020)
DE MACHINE VERVOEREN
1. Zet de wisser, de schrobkop en de borstels
omhoog.
2. Hef voorafgaand aan het laden de vergaarbak
voldoende op om de grond vrij te maken. De
Direct Throw-machine kan worden geladen op
een helling van maximaal 13%. De Dual Force-
machine kan worden geladen op een helling van
maximaal 20%, maar de achterste wisser zal
moeten worden verwijderd als de helling meer
dan 13% is.
VOOR DE VEILIGHEID: Leeg de tanks voordat u
de machine op de truck of oplegger oplaadt of
van de truck of oplegger afl aadt.
3. Plaats de achterkant van de machine op de
laadrand van de truck of oplegger.
4. Indien het laadoppervlak niet vlak is of hoger dan
380 mm van de grond, dient u de machine met
een takel op te laden.
Indien het laadoppervlak vlak is EN lager dan
380 mm van de grond, kunt u de machine op de
truck of oplegger rijden.
VOOR DE VEILIGHEID: Gebruik een takel om de
machine op de truck of oplegger te laden. Rijd
de machine uitsluitend de truck of oplegger op
indien het laadoppervlak vlak is en minder dan
380 mm van de grond.
5. Zet de machine op een aanhangwagen of
vrachtwagen.
ONDERHOUD
123