15.3 het stoppen
Om de rolstoel te laten stoppen dient de joystick langzaam terug bewogen te
worden naar de middenpositie. De rolstoel zal nu langzaam stoppen. Om iets
sneller af te remmen kan de joystick losgelaten worden. Deze springt dan
vanzelf in de neutrale positie en de rolstoel zal direct afremmen en gaan
stilstaan. Is er een situatie waarbij de rolstoel hard moet remmen, dan dient in
dat geval de joystick in een ruk volledig naar achteren te worden getrokken.
Dit is een noodstop. De rolstoel remt nu hard af en komt vrijwel direct tot
stilstand.
wees voorzichtig bij het achteruit rijden. Het is dan erg moeilijk te zien waar
men heen rijdt. Er is een verhoog risico dat men per ongeluk ergens
tegenaan rijdt. Het is beter, wanneer er voldoende ruimte is, om te draaien
in plaats van achteruit te rijden.
wees voorzichtig met het hard afremmen. In het bijzonder bij het afremmen
op hellingen. Door hard te remmen op een helling kan de rolstoel instabiel
worden en in het ergste geval omkiepen. tijdens het hard afremmen kan het
ook zijn dat u zelf uw stabiliteit in de rolstoel verliest. Ook dit kan leiden tot
gevaarlijke situaties.
16 het gebruik van de zitverstellingen
de elektrische zitverstellingen kunnen via de joystick vanuit het menu
"verstellingen" worden aangestuurd.
om in dit menu te komen dient de mode toets een keer te worden ingedrukt.
Het beeld op de stuurkast display toon nu een afbeelding van de zitting.
71