de zitlift, kantelverstelling en rug verstelling hebben grote invloed op het
zwaartepunt van de rolstoel en dus de stabiliteit. Zorg ervoor dat de zitting
altijd in de laagste positie staat en de zitting vlak staat met de rug rechtop.
14.8 het rijden op oplopende hellingen
Het rijden op aflopende hellingen dient altijd langzaam te geschieden en met
voorzichtigheid. Vermeid abrupt afremmen, snelle draaibewegingen en hoge
rijsnelheden. Wees ervan bewust dan de rijeigenschappen van een rolstoel op
een helling anders zijn dan op een vlakke ondergrond.
wees extra voorzichtig bij het rijden op een natte of gladde helling. Rij
langzaam en vermeid plotselinge stuurbewegingen.
neem geen hellingen welke steiler zijn dan 10°. Boven een hellingshoek van
10° kan de rolstoel ongecontroleerd gaan bewegen. Dit kan leiden tot
gevaarlijke situaties. (
max. berijdbare hellingshoek
Dynamische stabiliteit volgens ISO 7176-2= 6°.
65