28
Transmissie storing naar PAC 1 / 2 – indien de optie ingeschakeld is zal de uitgang
geactiveerd worden als er problemen zijn met het verzenden van gebeurtenissen naar
meldkamer 1/2.
Ethernet storing – als deze optie is ingeschakeld, is de uitgang actief in geval van
problemen met het Ethernet.
Polariteit – de optie bepaald de werking van de uitgang (zie de tabel hieronder). Indien deze
optie uitgeschakeld is, is de uitgang geïnverteerd.
uitgang inactief
uitgang actief
Tabel 1. Uitgang werking afhankelijk van de "Polariteit" optie.
6.7.3
Activering
– klik om de opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde kolommen in
de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of aan de
breedte van het venster.
Definieer of en hoe de ingangen / 1-draads sensoren de uitgangen kunnen aansturen.
De tabel
regels
O1 L/H...O4 L/H presenteren de uitgangen van de module. Als u wilt dat activering van een
ingang / drempelwaarde overschrijding de uitgang status wijzigt, selecteer dan één van de
beschikbare opties in het selectie veld op het kruispunt van de overeenkomstige regel en
kolom:
- – de ingang / sensor stuurt geen uitgang aan.
1: AAN – door activering van de ingang / drempelwaarde overschrijding zal de uitgang
worden geactiveerd.
2: UIT – door activering van de ingang / drempelwaarde overschrijding zal de uitgang worden
gedeactiveerd.
3: TIJD GESTUURD – door activering van de ingang / drempelwaarde overschrijding zal de
uitgang worden geactiveerd voor de geprogrammeerde tijd bij het "Bedrijfstijd" veld
(zie p. 27).
4: STATUS WIJZIGEN – door activering van de ingang / drempelwaarde overschrijding zal
de uitgang omschakelen naar de tegenovergestelde status.
5: VOLG INGANG – activeren van de ingang activeert de uitgang en herstellen van de
ingang deactiveert de uitgang.
In de tabel worden alleen de ingangen en 1-draads sensoren weergegeven die in
gebruik zijn.
Voor de analoge ingang en voor de 1-draads sensor moet de uitgang
besturingsmethode afzonderlijk worden gedefinieerd voor elk van de gedefinieerde
drempelwaarden.
Ingangen / 1-draads sensoren
De "Type", "L Drempel", "H Drempel" en "Tolerantie" velden geven informatie van de
ingangen / 1-draads sensoren weer. Voor een beschrijving van de parameters, zie secties
"Ingangen" (p. 22) en "1-draads sensoren" (p. 26).
optie ingeschakeld
(normale polariteit)
verbroken van de common
kortgesloten naar de common
presenteren
de
ETHM-A
Uitgang
ingangen / 1-draads
optie uitgeschakeld
(omgekeerde polariteit)
kortgesloten naar de common
verbroken van de common
sensoren
en
de
SATEL
kolommen