SATEL
De sensor wordt alleen ondersteund door de module na het uitvoeren van de
identificatie functie.
Wis – klik om de geselecteerde sensor te verwijderen.
Alles wissen – klik om alle sensoren te verwijderen.
6.7
Uitgangen
6.7.1
Bediening
Uitgang inactief. Klik om de uitgang te activeren.
Uitgang actief. Klik om de uitgang te deactiveren.
De knoppen worden weergegeven indien het programma verbonden is met de module.
6.7.2
Instellingen
– klik om de opties weer te geven. Met deze opties kunt u de geselecteerde kolommen in
de tabel verbergen / weergeven en de kolommen aanpassen aan de inhoud of aan de
breedte van het venster.
Naam – individuele naam van de uitgang (tot 16 karakters).
Bedrijfstijd – de tijd voor hoelang de uitgang actief dient te zijn. Als u "0" invoert, blijft de
uitgang actief totdat deze door de gebruiker wordt gedeactiveerd.
Opties
Pulserend – indien de optie ingeschakeld is pulseert de uitgang indien deze actief is.
De optie is niet van toepassing op relais uitgangen.
ETHM-A
Afb. 23. "Uitgangen" tabblad.
27