Inhoudsopgave
Advertenties
3
Roerei
5
Omelet
5
Pannenkoeken
5
Wentelteefjes
5
Kaiserschmarrn
Groente en peulvruchten
3
Knoflook
3
Uien, gefruit
3
Uienringen
1
Courgette
1
Aubergine
1
Paprika
1
Groene asperges
3
Paddestoelen
Groente in olie gesmoord
3
Groente, geglaceerd
Aardappels
Gebakken aardappelen, van
gekookte aardappelen
Frites (van ongekookte aardap-
3
pels)
5
Aardappelkoekjes
4
Zwitserse rösti
Geglaceerde aardappelen
Sauzen
Tomatensaus met groente
3
Bechamelsaus
3
Kaassaus
3
Saus inkoken
3
Zoete sauzen
Diepvriesproducten
1
Schnitzel
1
Cordon bleu
1
Filet van gevogelte
1
Kipnuggets
3
Gyros
3
Kebab
1
Visfilet, ongepaneerd
1
Regelmatig keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
5
Duur per portie. Na elkaar braden.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Zodra het
water kookt, het product in de pan doen.
7
Het product na het geluidssignaal toevoegen.
2
4-9
2
3-6
5
1,5-2,5
3
4-8
3
10-15
2
2-10
2
2-10
3
5-10
3
4-12
3
4-12
3
4-15
3
4-15
4
10-15
3
1
10-20
3
6-10
5
6-12
3
4
15-25
5
2,5-3,5
2
50-55
3
3
10-15
3
1
25-35
1
10-20
1
10-20
1
25-35
1
15-25
4
15-20
4
10 - 30
4
10-30
4
10-15
4
10-15
4
10-15
3
10-20
1
Visfilet, gepaneerd
1
Vissticks
3
Frites, in de pan
3
Pangerechten
1
Loempia's
1
Camembert
Andere
1
Gebakken kaas
3
Croutons
Droge kant-en-klaarmaaltijden
Amandelen, geroosterd
7
Noten, geroosterd
Pijnboompitten, geroosterd
1
Regelmatig keren.
2
Olie en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
3
Regelmatig roeren.
4
Boter en levensmiddelen na het geluidssignaal in de
pan doen.
5
Duur per portie. Na elkaar braden.
6
Het water na het geluidssignaal toevoegen. Zodra het
water kookt, het product in de pan doen.
7
Het product na het geluidssignaal toevoegen.
13.5 Braadsensor inschakelen
Kies de juiste braadstand.
1.
→ "Adviezen voor het koken met de braadsensor",
Pagina 18
Plaats het lege kookgerei op de kookzone.
2.
Met de bedieningsknop de gewenste temperatuur-
3.
stand kiezen.
Voor deze functie zijn de temperatuurstanden
beschikbaar.
→ "Temperatuurstanden", Pagina 18
Wanneer u een temperatuurstand hoger dan
dan stelt het apparaat de temperatuurstand
Druk op
.
4.
a
brandt oranje.
en de gewenste temperatuurstand branden.
a
a De functie is geactiveerd.
a ,
en
branden, totdat de gekozen temperatuur-
stand is bereikt. Dan klinkt er een signaal en ver-
dwijnt de temperatuurindicatie.
Doe wanneer de braadtemperatuur bereikt is eerst
5.
de olie en vervolgens de gerechten in de pan.
Keer de gerechten, zodat ze niet aanbranden.
6.
13.6 Braadsensor uitschakelen
Draai de bedieningsknop waarmee u de tempera-
▶
tuur heeft gekozen, op .
a De kookzone schakelt uit.
a De restwarmte-indicatie brandt.
Braadsensorfunctie nl
3
10-20
4
8-12
5
4-6
3
6-10
4
10-30
3
10-15
3
7-10
3
6-10
6
1
5-10
7
4
3-15
4
3-15
7
4
3-15
t/m
kiest,
in.
19
Advertenties
Inhoudsopgave
