LOGO! monteren en bedraden
Beperkingen
– Schakeltoestandswissel 0! 1 / 1! 0
Bij de overgang van schakelstand 0 naar 1 moet schakel-
stand 1 en bij de overgang van 1 naar 0 moet schakelstand
0 minstens voor de duur van een programmacyclus contact
hebben, alvorens LOGO! de nieuwe schakelstand herkent.
De cyclusduur van de programma-afwerking hangt af van
de omvang van het schakelprogramma. In de appendix B
vindt u de beschrijving van een klein testprogramma, waar-
door u de actuele cyclustijd kunt bepalen.
Bijzonderheden van LOGO! 12/24 RC/RCo en LOGO! 24/24o
S
Snelle ingangen: I5 en I6
Deze varianten hebben ook ingangen voor snelle telpro-
cessen (voor–/achterwaartsteller, drempelwaardeschake-
laar). Voor deze snelle ingangen gelden de bovenge-
noemde beperkingen niet.
Wenk
Zoals bij de voorloper–toestellen (0BA0 tot 0BA3) zijn I5
en I6 de snelle ingangen, d.w.z. dat de transfer van een in
deze varianten geschreven schakelprogramma naar de
nieuwe 0BA4-toestellen geen veranderingen vereist. In
tegenstelling hiermee dienen schakelprogramma's, die in
een LOGO!...L-variant (snelle ingangen I11/I12) geschre-
ven werden, te worden veranderd.
Uitbreidingsmodules hebben geen snelle ingangen.
S
Analoge ingangen: I7 en I8
Bij de varianten LOGO! 12/24RC/RCo en
LOGO! 24/24o kunnen de ingangen I7 en I8 zowel als nor-
male digitale ingangen, alsook als analoge ingangen wor-
den gebruikt. Hierbij wordt afhankelijk van het gebruik in
het LOGO!-schakelprogramma beslist hoe de ingang wordt
gebruikt.
26
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01