4.3.1 Benaming van de ingangen
Verbindingsingangen
Hier vindt u de beschrijving van de aansluitingen die met
andere blokken of met de ingangen van de LOGO!-toestel-
len kunnen worden verbonden.
S
S (set):
Via de ingang S kunt u de uitgang op "1" zetten.
S
R (reset):
De terugzetingang R heeft voorrang voor andere ingan-
gen en schakelt uitgangen op "0".
S
Trg (trigger):
Via deze ingang start u de uitvoering van een functie.
S
Cnt (count):
Via deze ingang worden telimpulsen opgenomen.
S
Fre (frequency):
Te analyseren frequentiesignalen worden aan de ingang
met deze omschrijving gelegd.
S
Dir (direction):
Via deze ingang legt u de richting vast waarin bijvoor-
beeld een teller dient te tellen.
S
En (enable):
Deze ingang activeert de functie van een blok. Staat de
ingang op "0", worden andere signalen door het blok
genegeerd.
S
Inv (invert):
Het uitgangssignaal van het blok wordt geïnverteerd,
indien deze ingang wordt aangestuurd.
S
Ral (reset all):
Alle interne waarden worden teruggezet.
Klem X aan de ingangen van de speciale functies
Indien u uitgangen van speciale functies met de klem x
schakelt, worden deze met de waarde 0 bezet. D.w.z. dat
aan de ingangen een low-signaal ligt.
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01
LOGO! functies
105