LOGO! functies
Functiebeschrijving
Elke weekschakelklok heeft drie instelnokken, waarmee u
telkens een tijdvenster kunt parametreren. Met deze nok-
ken stelt u het inschakel- en het uitschakeltijdstip in. Op
een inschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de uit-
gang in, voor zover de uitgang nog niet ingeschakeld is.
Op een uitschakeltijdstip schakelt de weekschakelklok de
uitgang uit, voor zover de uitgang nog niet uitgeschakeld
was. Als u voor een weekschakelklok een inschakeltijdstip
en een uitschakeltijdstip op dezelfde tijd maar aan verschil-
lende nokken instelt, dan spreken de in- en uitschakeltijden
elkaar tegen. In dat geval heeft nok 3 voorrang op nok 2 en
deze op zijn beurt voorrang op nok 1.
De schakelstand van de weekschakelklok is afhankelijk van
alle drie nokken No1, No2 en No3.
Parametreervenster
Het parametervenster voor nok No1 ziet er bijv. als volgt
uit:
Blok B1
B1
D=MTWTFSS
On =06:30
Off=08:00
Weekdag
De letters achter "D=" (Day) hebben de volgende beteke-
nis:
S
M :
S
T :
S
W :
S
T :
S
F :
S
S :
S
S :
142
Nok No 1
1+
maandag
(Monday)
dinsdag
(Tuesday)
woensdag
(Wednesday)
donderdag
(Thursday)
vrijdag
(Friday)
zaterdag
(Saturday)
zondag
(Sunday)
zie Parameters weergeven/
verbergen – Beveiligingswijze
op pagina 72
Weekdagen (dagelijks)
Inschakeltijdstip
(06.30 uur)
Uitschakeltijdstip
(08:00 uur)
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01