LOGO! functies
4.3.4 Remanentie
Bij de speciale functies is het mogelijk om de schakeltoe-
standen en de getalwaarden remanent te houden. Dat be-
tekent dat bijv. bij een netuitval de actuele gegevens be-
houden blijven, zodat na het herhaalde Net–Aan de functie
op die plaats wordt voortgezet waar ze werd onderbroken.
Een tijd bijv. wordt niet nieuw opgetrokken, maar er loopt
de resttijd af. De voorwaarde is, dat bij de betreffende func-
ties de remanentie ingeschakeld is. Er zijn twee mogelijke
instellingen:
R: De actuele gegevens blijven behouden.
/: De actuele gegevens blijven niet behouden (voorinstel-
ling). Zie voorbeeld pagina 72.
Een uitzondering vormt de bedrijfsurenteller, die principieel
remanent is.
4.3.5 Beveiligingswijze
Met de instelling voor de bescherming van de parameters
kunt u bepalen of de parameters in de modus Parametre-
ren in LOGO! weergegeven en gewijzigd kunnen worden.
Twee instellingen zijn mogelijk:
+: De parameterinstellingen worden ook in de parametreer-
modus weergegeven en kunnen gewijzigd worden (voorin-
stelling).
-: De parameterinstellingen worden niet in de parametreer-
modus weergegeven en kunnen alleen in de programmeer-
modus gewijzigd worden. Zie voorbeeld pagina 72.
4.3.6 Gain en offsetberekening bij analoge waarden
Aan een analoge ingang is een sensor aangesloten, die de
te meten grootte in een elektrisch signaal omvormt. Dit si-
gnaal ligt in een voor de sensor typisch waardebereik.
De LOGO! vormt de zich aan de ingang bevindende elektri-
sche signalen steeds in digitale waarden van 0 tot
1000 om.
108
LOGO!-Handboek
A5E00228752-01