4.10 Functie tegen manipulatie: anti-rotatie rond de assen
4.10.1 Anti-rotatie rond de assen
De sensor detecteert rotatie om zijn eigen x- en z-as.
Wanneer de systeemconfiguratie wordt opgeslagen, slaat de sensor de positie op. Als de sensor vervolgens
variaties van de rotatie rond deze assen detecteert, stuurt deze een signalering van manipulatie naar de
verwerkingseenheid. Bij een signalering van manipulatie deactiveert de verwerkingseenheid alle
veiligheidsuitgangen.
4.10.2 Schakel de anti-rotatie functie rond de assen uit
WAARSCHUWING! Als de functie is gedeactiveerd, kan het systeem geen verandering in de rotatie
van de sensor rond de x-as en z-as melden en kan het dus ook geen verandering in het bewaakte
gebied melden. Zie "Controles uit te voeren wanneer anti-rotatie rond de assen is uitgeschakeld"
onder.
Ga in de toepassing Inxpect BUS Safety naar Settings en klik op Sensors om de anti-rotatie functie rond de
assen uit te schakelen.
4.10.3 Controles uit te voeren wanneer anti-rotatie rond de assen is
uitgeschakeld
Wanneer de anti-rotatie rond de assen is uitgeschakeld, voert u de volgende controles uit.
Veiligheidsfunctie
Functie van
Vóór elke herstart van de
toegangsdetectie
machine
Functie van
Wanneer de
preventie tegen
veiligheidsuitgangen worden
herstart
uitgeschakeld
4.10.4 Wanneer deactiveren
Als de sensor op een bewegend object is geïnstalleerd (bijv. wagen, voertuig) dat, als het beweegt, de inclinatie
van de sensor (bijv. beweging op een hellend vlak of in een bocht), kan het nodig zijn om de anti-rotatie rond de
assen uit te schakelen.
LBK System BUS | Instructiehandleiding v1.1 MAA 2021 | SAF-UM-LBKBus-nl-v1.1-print | © 2020-2021 Inxpect SpA
Periodiciteit
Handeling
Controleer of de positie van de sensor de positie is die
door de configuratie wordt gedefinieerd.
Controleer of het gecontroleerde gebied het gebied is
dat door de configuratie wordt gedefinieerd.
Zie "Het valideren van de veiligheidsfuncties" op
pagina 67.
4. Werkingsprincipes
43