Pagina 1
LBK System BUS SRE - Safety Radar Equipment Instructiehandleiding v1.1 - NL Vertaling van de originele instructies WAARSCHUWING! Iedereen die dit systeem gebruikt is verplicht deze instructies te lezen om zijn eigen veiligheid te waarborgen. Voordat u het systeem voor het eerst gebruikt, moet u het hoofdstuk "Informatie over de veiligheid"...
Pagina 2
Het afdrukken van het document in de originele vorm, geheel of gedeeltelijk. Het document overbrengen naar websites of andere elektronische systemen. De inhoud kopiëren zonder deze te wijzigen en Inxpect SpA als eigenaar van de copyright te vermelden. Inxpect SpA behoudt zich het recht voor om, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen of verbeteringen aan te brengen in de bijbehorende documentatie.
De EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar op www.inxpect.com. 2.2.2 CE De fabrikant, Inxpect SpA, verklaart dat de radioapparatuur type LBK System BUS in overeenstemming is met de richtlijnen 2014/53/EU en 2006/42/EG. De volledige tekst van de overeenstemming is beschikbaar op de volgende website: www.inxpect.com.
Beperkingen in Japan. In Japan staat de nationale toewijzing van de frequenties het vrije gebruik van de volledige band 24-24,25 GHz niet toe. Stel het land correct in in de toepassing Inxpect BUS Safety en de geautoriseerde 24,05-24,25 GHz-band wordt automatisch geselecteerd.
Pagina 15
Beperkingen in Mexico. In Mexico staat de nationale toewijzing van de frequenties het vrije gebruik van de volledige band 24-24,25 GHz niet toe. Stel het land correct in in de toepassing Inxpect BUS Safety en de geautoriseerde 24,05-24,25 GHz-band wordt automatisch geselecteerd.
3.1.3 Hoofdcomponenten LBK System BUS bestaat uit een verwerkingseenheid en maximum zes sensoren. De softwaretoepassing Inxpect BUS Safety dient voor de configuratie en de controle van de werking van het systeem. 3.1.4 Communicatie verwerkingseenheid - sensoren De sensoren communiceren met de verwerkingseenheid via CAN-bus met behulp van diagnosemechanismen die in overeenstemming zijn met de norm EN 50325-5 om SIL 2 en PL d te garanderen.
Schakelt de veiligheidsuitgang uit als een storing in een van de sensoren of de verwerkingseenheid wordt gedetecteerd. Configureert de ingangen en uitgangen. Communiceert met de toepassing Inxpect BUS Safety voor alle functies van de configuratie en de diagnose. Hiermee kunt u dynamisch schakelen tussen verschillende configuraties.
De functie van elke digitale ingang moet worden geprogrammeerd via de toepassing Inxpect BUS Safety. De beschikbare functies zijn: Stop signal: optionele veiligheidsfunctie, beheert een specifiek signaal om alle veiligheidsuitgangen (detectiesignaal 1 en detectiesignaal 2, indien aanwezig) in OFF-state.
Eén uitgang wordt ingeschakeld bij het overschakelen van de OFF-state naar de ON-state en wordt uitgeschakeld bij het overschakelen van de ON-state naar de OFF-state. De functie van elke digitale uitgang moet worden geprogrammeerd via de toepassing Inxpect BUS Safety. LET OP: elke geprogrammeerde OSSD-uitgang moet ergens op worden aangesloten. Anders genereert het systeem een OSSD-fout.
(bijv. systeemdiagnose, feedback voor inschakeling muting en twee uitgangen met veldbus-sturing). De dubbelkanaals veiligheidsuitgang wordt automatisch door de applicatie Inxpect BUS Safety verkregen en komt alleen overeen met de individuele OSSD-uitgangen, en wel als volgt:...
Ethernet-kabel op een computer aansluiten. Met de USB-kabel kunt u het systeem lokaal configureren, terwijl u met de Ethernet-kabel het systeem op afstand kunt configureren. De ethernetcommunicatie tussen de verwerkingseenheid ISC-B01 en de toepassing Inxpect BUS Safety is beveiligd met de meest geavanceerde veiligheidsprotocollen (TLS).
Om de firmwareversie bij te werken, selecteert u het juiste updatecommando naast het venster dat wordt weergegeven wanneer de toepassing Inxpect BUS Safety wordt gestart. Raadpleeg de toepassing Inxpect BUS Safety om de firmwareversie van de verwerkingseenheid te controleren. 3.5.2 Communicatie met de machine...
3.6 Systeemconfiguratie 3.6.1 Systeemconfiguratie De parameters van de verwerkingseenheid hebben standaardwaarden die met de toepassing Inxpect BUS Safety kunnen worden gewijzigd (zie "Parameters" op pagina 94). Wanneer een nieuwe configuratie wordt opgeslagen, genereert het systeem het configuratierapport. Opmerking: na een fysieke wijziging van het systeem (bijv. installatie van een nieuwe sensor) moet de systeemconfiguratie worden bijgewerkt en moet een nieuw configuratierapport worden gegenereerd.
De sensor LBK-S01 is een radarapparaat FMCW (Frequency Modulated Continuous Wave), gebaseerd op een eigen algoritme voor de detectie. LBK-S01 is ook een enkele doelsensor, die pulsen stuurt en informatie krijgt door de reflectie van het dichtstbijzijnde bewegende doelwit dat hij tegenkomt te analyseren.
één doelwit. Dit betekent dat wanneer een doelwit wordt gedetecteerd in detectiebereik 1 van een sensor, detectiebereik 2 tijdelijk blind wordt. Klik in de toepassing Inxpect BUS Safety op Settings > Sensors > Detection field dependency om de afhankelijkheidsmodus van het detectiebereik in te stellen.
Pagina 32
4. Werkingsprincipes Overeenkomstig EN ISO 13849-1 zijn de architecturen van de ISC-B01 verwerkingseenheden en de LBK-S01 sensoren geclassificeerd als respectievelijk categorie 3-equivalent en categorie 2. Aangezien LBK System BUS bestaat uit zowel verwerkingseenheden als sensoren, kan het worden geclassificeerd als categorie 2 of een gelijkwaardige categorie 3, afhankelijk van de configuratie en de opstelling van de installatie.
4. Werkingsprincipes 4.4.2 Veiligheidsmodus Via de toepassing Inxpect BUS Safety, kunt u de veiligheidsfunctie kiezen waarmee elke sensor in elk van zijn eigen detectiebereiken werkt: Both (default): de sensor voert de functie van toegangsdetectie uit wanneer deze zich in normale werking bevindt...
4.8.4 De functie van preventie tegen herstart activeren Type Procedure Automatisch Ga in de toepassing Inxpect BUS Safety naar Settings > Sensors en stel de parameter Restart timeout in. Handmatig 1. Sluit de machineknop voor het herstartsignaal op de juiste manier aan, zie "Elektrische aansluitingen"...
Hieronder wordt een grafische weergave van de kenmerken van het signaal weergegeven. In de toepassing Inxpect BUS Safety, in Settings > Digital Input-Output is het noodzakelijk om de parameters in te stellen die de kenmerken van het signaal definiëren.
Zie "Controles uit te voeren wanneer anti-rotatie rond de assen is uitgeschakeld" onder. Ga in de toepassing Inxpect BUS Safety naar Settings en klik op Sensors om de anti-rotatie functie rond de assen uit te schakelen. 4.10.3 Controles uit te voeren wanneer anti-rotatie rond de assen is uitgeschakeld Wanneer de anti-rotatie rond de assen is uitgeschakeld, voert u de volgende controles uit.
4.11.2 Proces voor opslaan van omgeving De sensor start het proces van het opslaan van de omgeving wanneer de configuratie in de toepassing Inxpect BUS Safety wordt opgeslagen. Daarna wacht het tot 20 seconden tot het systeem de alarmtoestand heeft verlaten en de scène statisch is geworden, waarna het de omgeving scant en opslaat.
Om het gevoeligheidsniveau te wijzigen of de functie te deactiveren, gaat u in de toepassing Inxpect BUS Safety en klikt u op Settings en op Sensors. 4.11.6 Controles die moeten worden uitgevoerd wanneer de anti- maskingfunctie is uitgeschakeld Wanneer de functie tegen masking is gedeactiveerd, moeten de volgende controles uitgevoerd worden.
4.12.5 De synchronisatiefunctie tussen meerdere verwerkingseenheden inschakelen 1. Klik voor elke verwerkingseenheid in de toepassing Inxpect BUS Safety op Settings > Multi-controller synchronization en wijs een andere Controller channel toe. Opmerking: als er meer dan vier verwerkingseenheden zijn, moeten de bewaakte gebieden van de verwerkingseenheden met hetzelfde kanaal zo ver mogelijk van elkaar verwijderd zijn.
5. Positie van de sensor 5.4.7 Berekening van de werkelijke alarmafstand De feitelijke detectieafstand Dalarm is de waarde die op de pagina Configuration van de toepassing Inxpect BUS Safety moet worden ingevoerd. Dalarm geeft de maximumafstand aan tussen de sensor en het voorwerp dat u wilt detecteren.
5.5.5 Berekening van de werkelijke alarmafstand De feitelijke detectieafstand Dalarm is de waarde die op de pagina Configuration van de toepassing Inxpect BUS Safety moet worden ingevoerd. Dalarm geeft de maximumafstand aan tussen de sensor en het voorwerp dat u wilt detecteren.
Opmerking: Als de installatie mislukt, zijn er mogelijk niet de afhankelijkheden die nodig zijn voor de toepassing. Update uw besturingssysteem of neem contact op met onze technische ondersteuning. 1. Download de toepassing via de website www.inxpect.com/industrial/tools en installeer deze op de pc. 2. Open de toepassing.
WAARSCHUWING! De toepassing Inxpect BUS Safety helpt bij de installatie en de configuratie van het systeem, maar is niet vrijgesteld van het uitvoeren van de hieronder beschreven validatie.
3. Sta stil in het detectiebereik 2 4. Controleer of het systeem alleen de tweede veiligheidsuitgang gedeactiveerd houdt. Zie "Valideer het systeem met Inxpect BUS Safety" op de volgende pagina. 5. Als de veiligheidsuitgangen niet gedeactiveerd blijven, zie "Probleemoplossing validatie" op de volgende pagina.
WAARSCHUWING! Wanneer de validatiefunctie actief is, is de reactietijd van het systeem niet gegarandeerd. De toepassing Inxpect BUS Safety is nuttig tijdens de fase van de validatie van de veiligheidsfuncties en maakt het mogelijk om het werkelijke gezichtsveld van de sensoren te verifiëren aan de hand van hun installatiepositie.
Pagina 71
WAARSCHUWING! De fabrieksconfiguratie is geen geldige configuratie. Als gevolg daarvan gaat het systeem in de alarmstatus. De configuratie moet worden gevalideerd en indien nodig worden gewijzigd in de toepassing Inxpect BUS Safety, door te klikken op APPLY CHANGES. Zie "Parameters" op pagina 94 voor de standaardwaarden van de parameters.
7.2 Beheer van het gebeurtenissenlogboek 7.2.1 Inleiding Het door het systeem geregistreerde gebeurtenislogboek kan als PDF-bestand van de toepassing Inxpect BUS Safety worden gedownload. Het systeem slaat tot 4500 gebeurtenissen op, verdeeld in twee delen. In elk deel worden de gebeurtenissen weergegeven van de meest recente tot de minst recente. Zodra deze limiet wordt overschreden, worden de oudste gebeurtenissen overschreven.
Er zijn vijf log detailniveaus. De mate van gedetailleerdheid kan worden ingesteld tijdens de configuratie van het systeem via de toepassing Inxpect BUS Safety (Settings > Activity History > Log verbosity level). Afhankelijk van het geselecteerde detailniveau worden gebeurtenissen gelogd zoals aangegeven in de...
7. Onderhoud en storing oplossing 7.5 FOUT-gebeurtenissen (sensor) 7.5.1 Inleiding Telkens wanneer de periodieke diagnosefuncties een ingangs- of uitgangsfout op de sensor LBK-S01 detecteren, wordt een diagnosefout geregistreerd. 7.5.2 Fouten radarsignaal (Signal error) Fout Betekenis HEAD FAULT Radar functioneert niet...
8. Technische verwijzingen 8.3.9 Synchronisatie tussen meerdere verwerkingseenheden Voorbeeld met twee verwerkingseenheden ISC-B01. Opmerking: alleen als de toepassing Inxpect BUS Safety deze functie ondersteunt. 8.4 Parameters 8.4.1 Lijst met parameters Parameter Standaardwaarde Settings > Account Wachtwoord Niet beschikbaar Settings > General...
9.2.2 Hoe het product terugsturen Vul zo nodig de aanvraag in met de retourinformatie op de website www.inxpect.com/industrial/rma. Stuur het product vervolgens terug naar uw lokale of exclusieve distributeur. Gebruik de originele verpakking. De verzendingskosten zijn ten laste van de klant.