Toestand
Na opstarten
3.2.7 Ingang SNS
De verwerkingseenheid beschikt bovendien over de ingang SNS (hoog logisch niveau (1) = 24 V) voor de
controle van de correcte werking van de chip die de status van de ingangen detecteert.
LET OP: als minstens een ingang wordt aangesloten, is het nodig om ook de ingang SNS "V+ (SNS)" en de
ingang GND "V- (SNS)" aan te sluiten.
3.2.8 Uitgangen
Het systeem heeft vier kortsluitvaste OSSD digitale uitgangen, die individueel (onveilig) of als tweekanaals
veiligheidsuitgangen (veilig) kunnen worden gebruikt om het veiligheidsniveau van het systeem te waarborgen.
Eén uitgang wordt ingeschakeld bij het overschakelen van de OFF-state naar de ON-state en wordt
uitgeschakeld bij het overschakelen van de ON-state naar de OFF-state.
De functie van elke digitale uitgang moet worden geprogrammeerd via de toepassing Inxpect BUS Safety.
LET OP: elke geprogrammeerde OSSD-uitgang moet ergens op worden aangesloten. Anders genereert het
systeem een OSSD-fout.
De beschikbare functies zijn:
System diagnostic signal: schakelt de geselecteerde uitgang om naar OFF-state wanneer een systeemfout
l
wordt gedetecteerd en zet alle OSSD-uitgangen van de eventuele detectiesignalen in de OFF-state..
Muting enable feedback signal: schakelt in de volgende gevallen de geselecteerde uitgang om naar de
l
ON-state:
wanneer een muting-signaal wordt ontvangen via de geconfigureerde ingang en ten minste één groep is
o
in muting
wanneer een muting-commando wordt ontvangen via de veldbuscommunicatie* en ten minste één
o
sensor is in muting
Detection signal 1: (bijv. alarmsignaal) schakelt de geselecteerde uitgang naar de OFF-state wanneer een
l
sensor beweging in detectiebereik 1 detecteert of wanneer een stopsignaal wordt ontvangen van de
overeenkomstige ingang. De geselecteerde uitgang blijft minstens 100 ms in OFF-state.
Opmerking: wanneer een OSSD is geconfigureerd als detectiesignaal 1, wordt er automatisch een tweede OSSD aan
toegewezen om een veiligheidssignaal te geven.
Detection signal 2: (bijv. waarschuwingssignaal) schakelt de geselecteerde uitgang naar de OFF-state
l
wanneer een sensor beweging in detectiebereik 2 detecteert of wanneer een stopsignaal wordt ontvangen
van de overeenkomstige ingang. De geselecteerde uitgang blijft minstens 100 ms in OFF-state.
Opmerking: wanneer een OSSD is geconfigureerd als detectiesignaal 2, wordt er automatisch een tweede OSSD aan
toegewezen om een veiligheidssignaal te geven.
Fieldbus controlled: hiermee kunt u de specifieke uitgang via de veldbuscommunicatie* instellen.
l
Restart Feedback signal: schakelt de geselecteerde uitgang naar de ON-state wanneer ten minste één
l
detectiebereik (Restart signal) opnieuw kan worden gestart. In het geval van:
voorkomen van automatische herstarten, de speciale uitgang is altijd OFF-state;
o
handmatige herstartpreventie, blijft de specifieke uitgang in OFF-state zolang er beweging wordt
o
gedetecteerd in alle detectiebereiken met een OFF-state; dan wordt deze geactiveerd (ON-state) en blijft
in ON-state totdat ten minste één detectiebereik met een OFF-state detectiesignaal vrij is van beweging
en totdat het herstartsignaal op de betreffende ingang wordt geactiveerd;
veilige handmatige herstartpreventie, blijft de specifieke uitgang in OFF-state zolang er beweging wordt
o
gedetecteerd in alle detectiebereiken met een OFF-state; dan wordt deze geactiveerd (ON-state) als ten
minste één detectiebereik met een OFF-state detectiesignaal vrij is van beweging. Blijft in ON-state tot
een of meer detectiebereiken met een OFF-state sensorsignaal vrij van beweging blijven en tot het
herstartsignaal op de specifieke ingang wordt geactiveerd.
Acquisition Trigger: behandelt een specifiek signaal dat synchronisatie tussen meerdere
o
verwerkingseenheden mogelijk maakt (voor details, zie "Synchronisatie tussen meerdere
verwerkingseenheden" op pagina 45).
Elke uitgangsstatus kan worden opgehaald via veldbuscommunicatie*.
Opmerking*: alleen als de verwerkingseenheid de veiligheidscommunicatie op de veldbusinterface ondersteunt. Raadpleeg
voor meer informatie "Veiligheidsveldbus ondersteuning" op pagina 25.
De installateur van het systeem kan besluiten het systeem als volgt te configureren:
LBK System BUS | Instructiehandleiding v1.1 MAA 2021 | SAF-UM-LBKBus-nl-v1.1-print | © 2020-2021 Inxpect SpA
Gedrag van ingangsvariabelen
de beginwaarden (op 0 gezet) worden gebruikt voor de
l
ingangsvariabelen
het systeem blijft in een veilige toestand, waarbij de OSSD-uitgangen
l
worden uitgeschakeld, totdat de invoergegevens in een gepassiveerde
toestand worden gebracht.
3. LBK System BUS kennen
21